12 december 2025
11 min lezen

Ben Rijnders jr. 40 jaar in zijn Antiek-en-Curiosa-winkel

Foto: © Arnhemsche Courant

Wie zijn mooie zaak in de Pastoorstraat 4 in Arnhem binnenkomt, krijgt een warm ontvangst! Deze keer ben ik de eerste, die wat zegt: “Van harte gefeliciteerd met je 40-jarig jubileum dit jaar, Ben en daar hoort een smakelijk cadeautje bij; alsjeblieft.” Ben, rap van tong: “Dank je wel, wat leuk! Daar doen we een kopje koffie bij, toch?”. “Lekker, maar deze cake-jes zijn voor jou bestemd.”

(Door: Willeke Meyer-Steenbergen)

Wekelijks aanwezige vriend Wim Hendrikse werd voorgesteld. Ze kennen elkaar van jongs af aan. Wim werkte vroeger in Lampenzaak Hendrikse in de Koningstraat. Ik zeg: “Nou Ben, we hebben de kerstboom opgezet en je ballen hangen er in!” Ben schiet in de lach!: “Dit doet me denken aan een wat oudere dame, die kort na Sinterklaas in de zaak rond keek en op mijn vraag “kan ik u helpen?” antwoordde “ik kom voor uw ballen.” Nu schoten we beiden in de lach (ik denk Wim wellicht zachtjes op de achtergrond). Andere klanten keken destijds deze dame vreemd aan en ze zei: “oh sorry, sorry”. Ben zei: “ik begrijp u goed; de kerstballen heb ik volgende week in de winkel.” De gezellige, huiselijke sfeer aan tafel was geschapen.

De winkel van Ben in de Pastoorstraat

Ben: “Jullie zijn van de Arnhemsche Courant hè? Die heb ik vroeger als jongen in de Hoogkamp bezorgd bij 110 adressen”. Ondertussen komt een klant binnen, die door Ben begroet wordt. “Dit is een heel mooie stoel”, zegt de klant. “Ja”, zegt Ben, “ik verkoop van alles, behalve deze stoel en die lamp.
Het is een notarisfauteuil en is gemaakt rond 1900. Dergelijke stoelen zitten fantastisch.”
Klant antwoordt: “Dat klopt, ik heb er thuis ook één.” Ben vervolgt: ”Mijn precies 5 jaar geleden overleden vader, die in de Bakkerstraat 24 zijn Antiekzaak had, zat na zijn pensionering vanaf zijn 75e jaar vaak in deze stoel bij mij in de zaak. Dit is de stoel van mijn vader.” De klant kijkt verder in de winkel en gaat een trapje af. Ben waarschuwt: “Meneer, pas op uw hoofd!”
“De zaak is in 2002 gerenoveerd en de middeleeuwse kelder is wat beter bereikbaar gemaakt. Als je beneden naar rechts kijkt, zie je nog de steile trap en links een nis, waarin vroeger via een bovenluik kolen werden gedeponeerd. Dit luik is nu dik, lichtdoorlatend glas.
De bovenetage is gekocht door Volkshuisvesting, die hiervan 3 nette appartementen heeft gemaakt en aan anderen heeft verhuurd. Ze hebben een eigen ingang; dat is heel fijn!
Zelf kocht ik van de oude eigenaresse, die het eerst aan mij verhuurde, de begane grond en kelder en bij de renovatie is deze handige keuken toegevoegd. Hier ben ik heel blij mee! Het was wel een hele grote uitdaging, want tijdens 1,5 jaar van de 5 jaar durende renovatie kon ik hier niet werken. Ik stond op diverse soorten jaarmarkten en had het geluk dat Jeanine ook werkte.”
De klant kiest fraaie kerstballen uit, die door Ben goed worden ingepakt. Hij licht toe, dat ze rond 1930 gemaakt zijn, vele in Nederland en Duitsland. De kerstballen worden als cadeau mee naar Utrecht genomen, waar de klant ’s avonds Sinterklaas viert. “Ik werk in Huissen en kom binnenkort bij u terug. U hebt zóveel moois!”

Ben vertelt verder “Op de Klarendalseweg tegenover de Molen ben ik in 1959 geboren.
In de 60-er jaren kwam interesse voor Antiek enorm op. Er waren wel 25 Antiek-zaken in Arnhem. Mijn opa had al een soort Winkel van Sinkel, waar van alles te koop was. Mijn vader begon met een etalage op de Klarendalseweg met allerlei spullen te verkopen. We woonden er boven.
In 1966 verhuisden we naar de Kerkstraat 1. Mijn vader had zoveel spullen, dat ie in het voorjaar en de zomer ook één en ander buiten voor de winkel plaatste.
Publieke vrouwen zaten in die tijd in de Kerkstraat voor de ramen, zo ook bijvoorbeeld buurvrouw “tante Riek”. Toen ik als kind naar bed ging, vroeg ik eens aan mijn moeder: “Waarom heeft “tante Riek” zo weinig kleren aan?” Dan antwoordde mijn moeder: “Ja kind, ze heeft het heel warm.”
“Van 1970 tot 1974 had mijn vader in de Pastoorstraat 17 ook een showroom. De bovenwoning verhuurde Pa. Voorheen zat hier een postzegelwinkel. Mijn moeder bracht de gekochte goederen dezelfde avond nog bij de klanten thuis. Zij had een rijbewijs en mijn vader niet.

Ik herinner me nog dat ik met mijn broertje aan de hand vanaf de Kerkstraat naar Lagere School, bekend als Kanbergschool in de Kapelstraat liep; dat was best een eind lopen hoor. We werden niet met de auto naar school gebracht, zoals tegenwoordig veel gebeurt. We liepen via de Van Muijlwijkstraat, Hommelseweg, Sonsbeeksingel, Klarendalseweg naar de Kapelstraat.
Op woensdagmiddagen gingen wij als kinderen bij het Leger des Heils in de Zwanenstraat naar speelfilms kijken. We gingen hier ook naar de Zondagschool. Hun kerk werd later Restaurant Falstaff en staat te koop. Het Leger des Heils doet op een andere plek nog steeds veel goed werk o.a. voor zwervers.
Ben jr. zei als jongen bij Slager Evers en bij de Kaasboer: “Het mag wel een onsje minder zijn, niet een onsje meer. Toen mijn moeder dit hoorde, zei ze, dat ze dit nooit tegen mij gezegd had; “dit had ik zelf bedacht. In de Wielakkerstraat was Café Kraus. Als kind hoorde ik hier vandaan veel lawaai en ruzie’s door teveel alcoholgebruik. Dit zal me onbewust beïnvloed hebben. Ik heb nooit alcohol gedronken. Ik vond het niet erg om “Colaboy” genoemd te worden. Tevens heb ik nooit gerookt. Je zou het misschien nu niet zeggen, maar als jonge puber was ik heel verlegen. Toen een meisje tegen me zei: “Als ik in je blauwe ogen kijk, dan zie ik de Middellandse Zee”, bloosde ik helemaal. Eigenlijk heet ik Bennie, maar dat vond ik op een gegeven moment te kinderachtig.”

“Ben, hoe kwam je vroeger aan antiek en curiosa?”, vroeg ik.
Hij legt uit: “Je had vroeger veel Notarishuizen, waar je mooi antiek kon kopen. Zij verkochten inboedels, die na de verdeling onder bewoners, die na de oorlog niets meer hadden, over waren. Derksen, die al voor de oorlog verhuizingen verzorgde, verkoopt nu nog inboedels en heeft het oudste nog werkende Veilinghuis van Gelderland. Daarnaast kwamen handelaars in de winkel met antiek en curiosa in hun auto’s/busjes, wat ze te koop aanboden. Tevens kwamen handelaars uit onder meer Den Haag bij ons aanvullende spullen kopen en wij kochten ook bij collega’s.
In de 70-er jaren kwamen veel Duitse mensen bij ons kopen en ook bij andere winkels hier.
Ze mochten met Duitse Marken betalen. Als je dit bij de bank inwisselde, kreeg je er meer voor dan de Nederlandse guldens waard waren.
Het mooiste dat we verkochten was een heel grote, kristallen kroonluchter. Deze was loei zwaar! Gelukkig kwamen onze Duitse klanten deze zelf ophalen.”

“Als kind maakte ik mee, dat op Sabbat het zwart stond van de mensen bij de Synagoge hier.
In de rampjaren van de 2e Wereld Oorlog werd de Synagoge door de Duitsers gebruikt als opslagplaats van in beslag genomen, verboden radio’s. De Synagoge is al eerder opgeknapt, maar wordt nu flink gerenoveerd. Haar bezoekers gaan naar de Synagoge in Dieren. De mooie Synagoge staat tegenwoordig helaas verstopt tussen andere panden. Heel jammer. De Pastoorstraat nr. 17 en alle buren zijn helemaal verdwenen en ook veel huizen in de Kerkstraat voor de bouw van een appartementencomplex.”

“Na een paar jaar verhuisden we als gezin naar de Hoogkamp. Hier hebben mijn ouders 50 jaar met plezier gewoond. Mijn jongere broer woont in het Centrum. Toen ik 17 jaar was, ging ik naar de Open Dag van de Theaterschool. Ik vond het gewèldig!
Ze zagen me wel zitten en ik kreeg papieren mee voor mijn vader. Ik vertelde Pa dit enthousiast en gaf hem de papieren. Hij keek er even naar, keek me aan en scheurde ze zo door midden en zei: “Je komt bij mij werken. Hier is genoeg theater.” Ik zie het nog levendig voor me.
Mijn vader was een goede man, maar in die tijd was het vanzelfsprekend, dat je als zoon je vader ging helpen in zijn zaak. Dat begreep ik wel. Nu leven we in een totaal andere tijd en lieten we onze dochters vrij in het kiezen van hun beroep.
Vanaf mijn 17e jaar hielp ik Pa in de zaak, inmiddels in de Bakkerstraat 24 en op mijn 18e haalde ik mijn rijbewijs en bracht ik het gekochte antiek dezelfde dag ’s avonds bij de klanten thuis. Mijn moeder hoefde dit niet meer te doen. Mensen ontmoeten en spreken vond en vind ik heel fijn. Ik had het naar de zin. Af en toe dacht ik wel eens, dat het leuk zou zijn om acteur te zijn, maar ik ging helemaal op in de winkel. Ik leerde Jeanine kennen en wilde zelfstandig verder.

Na 10 jaar in de leer bij mijn vader had ik mijn eigen smaak ontwikkeld en zag andere spullen, die ik wilde kopen en verkopen. Dit ging ik vanaf 1985 doen in dit pand, Pastoorstraat 4, eerst als huurder, daarna als eigenaar. Van mijn vader kreeg ik bij de start wat meubels gratis en ik had zelf spullen gekocht. Mijn vader was wel de kapitein. Aan zijn strenge leerschool heb ik nog veel plezier. Ik denk veel aan mijn vader en ook aan mijn moeder.
Eigenlijk zou ik in januari 1985 open gaan, maar het was een heel koude winter. In februari was er zelfs een Elfstedentocht (met Evert van Benthem als winnaar en de eerste wedstrijd voor vrouwen door Lenie van der Hoorn red.). Hier in het pand was het ijskoud en een klein gaskacheltje kon het niet voldoende verwarmen. Daarom was de opening pas in maart.
Ik wist en weet me altijd gesteund door Jeanine. Ze staat naast, achter en voor me!
Jeanine en ik zijn inmiddels 40 jaar getrouwd en we hebben twee fijne dochters!”

“Vroeger deed ik veel in meubels, bijvoorbeeld veel diverse soorten kasten inclusief veel theekastjes en grotere theemeubels. Zo’n 10 jaar geleden had ik een heel fraai theemeubel van prachtig notenhout en met rond lopend glas. Deze heb ik verkocht en dezelfde avond samen met mijn vriend Wim Hendrikse in Oss bezorgd. Sindsdien bezorgen we niet meer. Tussen de 80-er en 90-er jaren verminderde de vraag naar antiek, huren werden veel te hoog voor de antiekzaken, die in een huurpand zaten en velen stopten vanwege hun leeftijd.” Ben begon alle namen van die zaken op te noemen en in welke straten ze zaten. “Gelukkig had ik als eigenaar van dit pand geen last van hoge huren en ik ging naast antiek meer curiosa in- en verkopen. De oude kasten, die nu nog in de winkel staan, zijn meer om spullen op te zetten, zodat het er als een gezellige woonkamer uitziet. Mensen hebben weer behoefte aan gezelligheid en een goed gesprek. Dit kan je vinden in de unieke winkels in de 7-straatjes, zelden in de grote winkels. Ik vind de 7-straatjes goed bedacht, ook de richtingborden en herkenbaarheid via de mooie bogen boven de straatjes. Veel mensen willen weer spullen in het echt zien en voelen.”

Vraag: “Wat drijft jou, dat jij al 50 jaar in dit vak en 40 jaar in je winkel actief bent?”
Ben antwoordt: “ Het zit in mijn DNA, het is mijn leven. Ik vind het leuk om in te kopen, te etaleren, te repareren, met mensen gesprekken te voeren.” Bezoekers worden vaak betoverd door de schoonheid van spullen en de warmte in de winkel (en niet in de laatste plaats door Ben’s fijne aanwezigheid en interesse in hen. red.) “Vroeger gaf men niet snel complimenten; dit gold ook voor Pa. Het was vanzelfsprekend, dat je de dingen goed deed. Eén keer heeft hij zittend in zijn stoel gezegd, dat hij trots op me was. Dat vond ik heel fijn om uit zijn mond te horen!
Vroeger kocht je een bankstel, kasten en zo en daarmee deed je je hele leven. Je liet het alleen opnieuw stofferen. De kwaliteit was heel goed en dat geldt ook voor de spullen hier in de winkel. Je kunt ze nog steeds goed gebruiken.
Ik ben heel blij met een paar zaken, die in onze Pastoorstraat zijn gekomen, zoals de Vintagezaak hier tegenover en op nummer 1A Patisserie “My Piece of Paris”. Je kunt er gebak halen en ter plekke opeten en heerlijk lunchen! Het brengt fijne klanten in de straat, die ook onze Antiek-en-Curiosawinkel binnen lopen.” Voorheen kwamen hier vooral middelbare mensen en tegenwoordig komen er veel jongeren, die dikwijls zeggen: “We hebben onze Ikea-tijd achter de rug”.

Op mijn vraag: “Herinner je je eerste klanten?” Antwoordt Ben: “Door mijn vader kreeg ik mijn eerste klanten. Als ze bij hem iets niet konden vinden, zei hij: “Kijk ook eens bij mijn zoon om de hoek.” Dat ben ik ook gaan doen naar mijn vader, toen mensen mijn winkel ontdekt hadden. We waren niet elkaar’s concurrenten, maar vulden elkaar aan. Als we verwezen naar elkaar, dan zeiden we: “Doet u de groeten aan mijn zoon” en ik: “- aan mijn vader”, dan wisten we dit van elkaar. Heel fijn! Als er een schilfertje van het porselein af was, dan wijs ik klanten hierop. Met eerlijkheid komen mensen bij je terug. Als ik iemand zie twijfelen, dan zeg ik:”Als u twijfelt moet u het niet kopen; denk er maar eerst over na.” “Ik ga met mensen om, zoals ik ook behandeld wil worden. Hier komen klanten, omdat ze het leuk vinden om wat rond te neuzen, vaak wat te kopen. Tevens komen er klanten doelgericht voor aanvulling van een verzameling van bijvoorbeeld porselein of schilderijen.”

“De meest indrukwekkende gebeurtenis voor mij was het overlijden van mijn vader vandaag precies vijf jaar geleden. Dat heeft er bij mij in gehakt. Die stoel is van hem en doet me veel aan hem denken. Thuis heb ik een foto van hem, zittend in een gehuurde boot in Giethoorn. Zijn kleindochter nam de foto precies op het goede moment, waarop hij je schuin aankijkt. Misschien vind je het gek, maar soms praat ik met hem”.
Sinds de 60-er jaren is de naam Rijnders bekend, ongeveer zoals Bakkerij Hilvers, Slagerij Evers, Pollmann, Radio Piet, van Hunen TV, die zijn er ook nog steeds. Zonder steun van Jeanine was het voor mij veel moeilijker geweest”.
De grote stadsbrand van 6 maart vond ik heel indrukwekkend. Toen ik ging kijken naar het grote gat, dat geslagen is in een aantal straten en zag dat zeer oude panden verwoest zijn, rolden de tranen over mijn wangen. Door de oorlog is er al zóveel vernietigd en nu dit blok alsnog!

Zoals mijn vader heel blij was, dat een Antiek en Curiosa-zaak van Rijnders via mijn winkel bleef voortbestaan, zo zou ik het fijn vinden, als mijn zaak in Arnhem blijft bestaan.
Op mijn vraag: “Zou éen van je dochters je zaak willen voortzetten?”, zei Ben: “Dat zou heel fijn zijn, maar dan moet ze het vak goed willen leren en ik kan haar inwerken. Dit wil ik alleen als ze aangeeft dit te willen doen!”

Ik vraag Ben of hij tips heeft voor jonge startende ondernemers.
Hij antwoordt: ”Als je ergens voor staat, ga ervoor. Probeer het eventueel met steun van anderen. Geloof erin en doe wat nodig is. Wie niet waagt, die niet wint. Ook al is het niet meteen succesvol, houdt vol! Gaandeweg leer je van alles en gaat het je vaak beter af.

Ik hou van Arnhem! Vitesse hoort bij Arnhem en moet blijven! Ik hou van onze vele mooie parken zoals Sonsbeek, Zijpendaal, Gulden Bodem, Uiterwaardpark Meinerswijk. De koeien staan ongeveer in de binnenstad; onder de spoorweg door zie je ze al. Er is hier zoveel moois. Ik ben een trotse, hier geboren en getogen Arnhemmer. Ik vind het een feest om hier te zijn! Ik ben graag in de winkel en ik ga weer graag naar huis!

Zondag 14 december tijdens de jaarlijkse Kerstmarkt van 12.00 – 18.00 uur zijn wij open. Jeanine helpt me dan ook. Veel klanten komen dan voor kerstcadeau’s als kristallen karaffen, kandelaars en kerstballen. Er zijn daarnaast veel kerstkraampjes door de hele stad. Het is niet voor niets de “Grootste Kerstmarkt van Oost-Nederland.

Bij mijn vertrek zegt Ben nog: “Bedankt dat je aandacht wilt besteden aan mijn 40 jarig winkeljubileum, 50-jarig jubileum in het vak en aan wat we zoal hebben meegemaakt!”

Vorige Bericht

De Arnhemse Oliebollentest 2025

Volgende Bericht

‘La Grande Dame’ weer open: molen De Kroon feestelijk heropend

Laatste berichten

Geen publiek bij Scrooge Live in Arnhem

ARNHEM – Vanavond is Scrooge Live in Arnhem, de jaarlijkse kerstvertelling van Omroep MAX. Net als in voorgaande jaren is er geen publiek aanwezig. De uitzending speelt zich af in Klarendal en
Ga naarBoven