ARNHEM – Als het aan de gemeente Arnhem ligt, worden tijdelijke huurcontracten zo snel mogelijk verboden. Probleem is: het ligt niet aan de gemeente Arnhem. De gemeente heeft daarom een brandbrief gestuurd naar minister De Jonge van Volkshuisvesting met de oproep in te grijpen.
Afgelopen maand was het weer raak: twee huurders met een tijdelijk huurcontract werden uit hun huis gezet, zodat de verhuurder het pand tegen een hogere huur opnieuw kon aanbieden.
“De woning waar deze mensen een thuis hadden gevonden, werd daardoor voor hen onbetaalbaar”, schrijft de gemeente Arnhem aan minister De Jonge.
Dat dit soort praktijken kunnen voorkomen is een rechtstreeks gevolg van de Wet Doorstroming Huurmarkt die in 2016 werd aangenomen. Doel van de wet om de huurmarkt flexibeler te maken. Dat de wet door verhuurders misbruikt wordt om via tijdelijke huurcontracten ieder jaar de huurprijs fors te verhogen, is een nadeel dat toen niet voorzien werd.
“Huurders zijn de dupe van deze wet”, stelt de gemeente Arnhem. “Huurders worden gedwongen om in de krappe woningmarkt te zoeken naar alternatieve woonruimte. Dat blijkt vaak een moeilijke tot onmogelijke opgave.”
Omdat de wet volgens de gemeente slechts weinig positieve effecten kent, is het volgens de gemeente Arnhem daarom de hoogste tijd om tijdelijke huurcontracten te verbieden.
“Alleen op die wijze zijn huurders voldoende beschermd tegen willekeur en voldoen wij als overheden aan onze grondwettelijke taak om te zorgen voor voldoende woongelegenheid.”
Afgelopen week werd door PvdA en ChristenUnie in de Tweede Kamer een initiatiefvoorstel gepresenteerd dat een verbod op tijdelijke huurcontracten mogelijk moet maken.
Wethouder Paul Smeulders (Volkshuisvesting): “We roepen als stadsbestuur minister Hugo de Jonge en de Tweede Kamer op om de initiatiefwet te steunen.”