Wederopbouw Arnhem: plannen maken na het puinruimen

/

ARNHEM – Kaal en verwoest. Zo zag de binnenstad van Arnhem er in 1949 nog steeds uit. Vier jaar na de oorlog werd in Arnhem hard gewerkt aan een plan voor het herstel en de vernieuwing van de stad. In een serie artikelen besteedt de Arnhemsche Courant aandacht aan de wederopbouw. Vandaag: de periode 1946-1950.

(Door: Patrick Arink)

De foto bovenaan dit artikel laat goed zien hoe groot de schade in de binnenstad was na de Tweede Wereldoorlog. En niet alleen de zuidelijke kant van de binnenstad was zwaar beschadigd. Veel schade was er ook op veel andere plekken in de stad.

Onder leiding van de energieke nieuwe burgemeester Chris Matser was er meteen na het eind van de oorlog voortvarend werk gemaakt van het opruimen van het puin. Muren van verwoeste panden werden neergehaald en in totaal werd 600.000 kubieke meter puin afgevoerd.

Panden die beschadigd waren, werden door teruggekeerde inwoners van de stad zo goed en zo kwaad als dat kon hersteld. Makkelijk ging dat niet. Er was direct na de oorlog overal in Nederland een groot gebrek aan alles. In het leeggeplunderde Arnhem was dat nog een graadje erger.

Maar op 5 mei 1947, twee jaar na de oorlog, maakte het gemeentebestuur tijdens een persconferentie bekend dat bijna 15.000 beschadigde woningen in de stad hersteld waren en dat de scholen en ziekenhuizen in Arnhem naar behoren functioneerden. Ook waren er inmiddels 345 noodwoningen gebouwd.

Van grootschalig stadsherstel was op dat moment nog steeds geen sprake. Niet alleen was er een groot gebrek aan materialen, er was ook een groot gebrek aan geld. Amerikaanse Marshallhulp kwam pas na 1948 op gang. Maar bovendien werd in Arnhem nog steeds gesleuteld aan een wederopbouwplan.

Maquette voor de wederopbouw van Arnhem uit 1947. Rechtsboven is te zien dat Musis in deze plannen gesloopt is om de auto ruim baan te geven. (Gelders Archief.)

Stadsplan

Al in juni 1945, zes weken na de bevrijding, had het stadsbestuur besloten tot het oprichten van een commissie die tot taak had om een plan voor herstel én vernieuwing van de vernielde stad te maken. Die commissie kwam al in 1946 met een eerste aanzet voor de wederopbouw van Arnhem.

In die plannen werd niet alleen de oorlogsschade hersteld, maar werden ook andere problemen waar Arnhem al voor de oorlog mee te maken had rigoreus aangepakt. Rondom de Weerdjesstraat bevonden zich veel krotwoningen. Die woningen hadden de oorlog overleefd, maar moesten plat om ruimte te maken voor kantoren en bedrijven. De wederopbouw was een goede aanleiding om het probleem van de krotwoningen meteen aan te pakken.

Een ander vooroorlogs probleem dat tijdens de wederopbouwplannen werd opgelost, was de doorstroming van het verkeer. Door de komst van de Rijnbrug en de toename van het autoverkeer had Arnhem voor de oorlog te maken met verkeersproblemen. Omdat de auto in die tijd de toekomst had, werd er in de plannen ruim baan gegeven voor de auto.

De singels waren tot aan 1945 vooral groene boulevards geweest. In de wederopbouw moesten de singels gaan fungeren als belangrijkste toegangsroute van en naar de binnenstad. Voor die auto’s werden op verschillende plaatsen parkeerplekken aangelegd. Een van die plekken is het Gele Rijdersplein. Het plein is op de plek van de verwoeste Willemskazerne aangelegd. Vanaf dit parkeerplein werd de Looierstraat gecreëerd richting Velperplein zodat je met de auto makkelijk het centrum uit kon.

Dat de Lauwersgracht in zijn geheel gedempt moest worden, en dat Musis Sacrum moest sneuvelen om plaats te maken voor de auto was jammer. “Maar”, aldus het stadsbestuur: “Dit zou ongetwijfeld in de toekomst toch aan de orde zijn omdat de ligging van Musis Sacrum door de verkeersintensiteit onhoudbaar zou zijn geworden.”

Aanleg van de Van Muijlwijkstraat in 1958. (Foto: Gelders Archief.)

Van Muilwijk

Het heeft uiteindelijk tot 1950 geduurd voor er groen licht, en daarmee geld, kwam vanuit de regering voor het wederopbouwplan van Arnhem. Tot die tijd heeft Arnhem lopen sleutelen aan het eerste wederopbouwplan uit 1946. Bepaalde onderdelen werden geschrapt, andere onderdelen kwamen ervoor in de plaats.

Nadat de brandweer liet weten dat zij het water uit de Lauwersgracht zeker nodig zou hebben om te kunnen blussen, werd een streep gezet door het dempen van de gracht en dus ook van het slopen van Musis Sacrum. Dan moest dat autoverkeer er maar langs.

Een onderdeel dat later aan de plannen werd toegevoegd, was een nieuwe ontsluitingsweg parallel aan de Steenstraat. Vanaf het Velperplein moest een nieuwe zesbaansweg naar Velperpoort komen. We kennen deze weg tegenwoordig als de Ir. J. P. Van Muijlwijkstraat.

Het is een raadsel waar de extra J in Van Muijlwijkstraat vandaan komt, maar Van Muilwijk was een van de architecten van het wederopbouwplan van Arnhem. Van Muilwijk was van 1934 tot aan zijn dood hoofd van de dienst Gemeentewerken. In die positie had hij een groot aandeel in de plannen zoals ze in de jaren vijftig en zestig gerealiseerd zijn.

Van Muilwijk heeft de realisatie van de straat die zijn naam draagt nooit meegemaakt. Hij stierf onverwacht in 1953.

Eerdere artikelen in deze serie:

Wederopbouw Arnhem: “Het zal beter worden!”
Van de mooie stad Arnhem was na de Tweede Wereldoorlog niet veel meer over. Slechts 150 huizen waren onbeschadigd. Alle huizen waren door de Duitsers systematisch leeggeroofd. Midden in die ellende begon meteen na de bevrijding de wederopbouw van Arnhem.

Wederopbouw Arnhem: een geschiedenis die verteld moet worden
De wederopbouw van Arnhem heeft een blijvend stempel gedrukt op de stad. Toch is er maar weinig informatie over de wederopbouw terug te vinden. In een uitgebreide serie artikelen besteed de Arnhemsche Courant komende tijd aandacht aan het opbouwen van de stad na de Tweede Wereldoorlog.