Precies 79 jaar geleden veranderde Arnhem voor altijd

ARNHEM – De Slag om Arnhem heeft de grootste betekenis, maar het is het bombardement van 7 oktober 1944 dat de meeste impact heeft gehad op Arnhem. Die dag werd de Rijnbrug gebombardeerd door de geallieerden. De meeste bommen misten de brug en verwoestten de prachtige Arnhemse binnenstad. Arnhem was nooit meer de stad die het was.

De Arnhemse binnenstad met zijn klassieke gebouwen, smalle straten en rijk versierde gevels was tot aan de Slag om Arnhem het warm kloppend hart van de stad. Dat hart werd twee weken na de laatste gevechten in september 1944 weggeslagen bij twee mislukte bombardementen van de geallieerden.

Twee weken na de Slag om Arnhem waren de Britse en Amerikaanse soldaten ten zuiden van Arnhem blijven steken ter hoogte van Elst. De geallieerde soldaten in de frontlinie kregen te maken met steeds sterkere tegenstand van Duitse troepen. De Duitsers gebruikten de Rijnbrug in Arnhem om versterkingen naar het zuiden te sturen.

Om een eind te maken aan de opbouw van Duitse troepen, werd daarom door de geallieerde legerleiding besloten om de Rijnbrug via een bombardement te vernietigen.
De geallieerden wisten dat het hen nooit zou lukken om de Rijnbrug ongeschonden in handen te krijgen. Wanneer de eerste geallieerde soldaat in de buurt van de brug zou komen, zouden de Duitsers de brug onmiddellijk opblazen.

Eerste bombardement

Op vrijdag 6 oktober rond het middaguur vielen de eerste geallieerde bommen rond de Rijnbrug. Britse verkenningsvliegtuigen die na het bombardement over Arnhem vlogen, concludeerden dat het bombardement grotendeels mislukt was.

De meeste bommen waren niet op de brug, maar rondom de brug gevallen. De Rijnbrug was weliswaar zwaar beschadigd, maar kon door de Duitsers nog altijd worden gebruikt.

Duitse geniesoldaten waren direct na het bombardement begonnen met het herstellen van de brug. Acht uur na het bombardement was alweer één rijstrook beschikbaar voor Duitse tanks en vrachtwagens.

Tweede bombardement

Omdat het eerste bombardement op de Rijnbrug grotendeels mislukt was, stuurden de geallieerden op zaterdag 7 oktober 1944 een tweede groep bommenwerpers naar Arnhem voor een luchtaanval op de brug.

Zeven tweemotorige Martin Marauders bommenwerpers met zwaardere bommen verschenen tegen de middag boven Arnhem om de klus af te maken. Dit keer was het wel raak. Als gevolg van enkele voltreffers werd de Rijnbrug in stukken uit elkaar geslagen en verdween voor het grootste gedeelte onder water.

Maar ook dit keer misten de meeste bommen de Rijnbrug. De binnenstad, die bij het bombardement van de dag ervoor al schade had opgelopen, werd bij het tweede bombardement zwaar getroffen.

Eusebius

Zoals op de foto bovenaan dit artikel te zien is, stond de toren van de Eusebiuskerk ook na het bombardement nog altijd trots overeind. De kerk zelf was als gevolg van bommen en brand zo goed als vernield, maar de toren leek nog intact te zijn.

De toren was echter zwaarder beschadigd dan het leek. Al tijdens de gevechten in september 1944 hadden zowel Britten als Duitsers de kerktoren onder vuur genomen. Soldaten van beide kanten vermoedden dat de toren gebruikt werd als observatiepunt. Als gevolg van die beschietingen brandde de kerk in de nacht van 19 op 20 september 1944 volledig uit.

Ook tijdens de bombardementen van 6 en 7 oktober had de toren van de Eusebiuskerk zware klappen opgelopen. Alle omliggende bebouwing aan de Turfstraat en de Broerenstraat was door de bombardementen weggevaagd.

De genadeklap voor de toren van de Eusebius kwam in januari 1945. Om er zeker van te zijn dat de geallieerden de restanten van de vernielde Rijnbrug niet zouden gebruiken om op te rukken over de Rijn, werd de vernielde brug door de Duitsers nogmaals opgeblazen.

De drukgolf van die explosie was teveel voor de zwaar beschadigde Eusebiustoren, die met donderend geraas in elkaar stortte.

Hieronder:
Zo zag de binnenstad eruit na de verwoestende bombardementen van 6 en 7 oktober 1944.