ARNHEM – Gisteravond vond de jaarlijkse herdenking van de Slag om Arnhem plaats. Hieronder de tekst die burgemeester Marcouch uitsprak bij de herdenkingsbijeenkomst in de Eusebius.
Net als vorig jaar was het een herdenking in aangepaste vorm vanwege de coronapandemie. Geen grootschalige herdenking. Geen Bridge to Liberation bij de brug. Er werd herdacht met een minimum aan publiek.
Beste mensen,
Welkom bij de herdenking van de slag om Arnhem, hier in de Eusebiuskerk, via onze livestream en de TV.
De veteranen van Airborne zouden het geweldig vinden hier staatssecretaris Paul Blokhuis en schrijver Natascha van Weezel te zien, te midden ook van de ambassadeurs en andere vertegenwoordigers uit Groot Brittannië, Polen, Canada, de Verenigde Staten, Australië en Duitsland. De veteranen zijn wegens corona veilig thuis nu, dat is goed zo; ook al missen wij hen enorm.
Beste mensen,
De slag om Arnhem was de slag die heel Europa had moeten bevrijden, de opmars over de Rijn die hoorde bij de grote operatie Market Garden. Dat liep anders en voor Nederland moest het ergste nog komen. In die zin wappert aan de Arnhemse huizen de maroonrode Airbornevlag voor heel Nederland.
Straks zijn wij samen stil.
En wij luisteren.
Als onze grootouders vertellen, leven wij mee. Dat is het wonder van het verhaal; ook zonder eigen herinneringen als naoorlogse generaties, begrijpen wij de betekenis, voelen wij mee en leven wij ons in. Meer nog dan dat, wij erven deze geschiedenis. Dat gedeeld verhaal is een groot goed voor ons moreel kompas.
Beste jongens en meisjes,
goed dat jullie erbij zijn, met twintig uit allerlei Arnhemse scholen. Jullie horen de meester of juf graag vertellen over de oorlog, heb ik gemerkt. Als ik door jullie ogen kijk, zie ik hoe de veteranen jonge jongens waren. Zij hebben ouders gehad die wachten tot je thuis komt en broertjes en zusjes die aardige briefjes voor je achterlaten. Dat heeft ook allemaal door het hoofd gespeeld van de scholieren van het Rijn IJssel College toen zij hun film maakten over de Slag. Die krijgen de veteranen zeker te zien op hun thuisadres, net als de beelden van de Airbornewedstrijd van Vitesse zondag en hoe de supporters de namen dragen van hun kameraden die de veteranenleeftijd nooit bereikten.
Onze liefde voor de veteranen is van alle generaties, dat zien wij in deze hele regio. Het bijzondere is dat wij ze liefhebben – niet om bevrijding – maar als erkenning van hun moed en hun offers. Wij eren hen omdat we begrijpen wat de prijs van vrijheid is. Met de veteranen hebben wij een onlosmakelijke vriendschapsband die met de jaren alleen maar sterker wordt.
Voor ons zelf wordt herdenken steeds rijker. Ook doordat de oudste generatie steeds meer is gaan vertellen.
Waarde oma’s en opa’s,
blijf dat doen! Lang zweeg u, opdat uw energie niet zou verdrinken in verdriet, maar motor was om puin te ruimen, huizen te bouwen en kinderen groot te brengen. Wie vertelt, gaat zitten; stel dat wie eenmaal zit dan niet meer opstaat. Uw kinderen voelden dit aan en respecteerden uw recht op uw geheimen. Een kwestie van empathie.
Maar uw kleinkinderen vragen intussen wel degelijk naar uw barre evacuatie, de afgedwongen overleving buiten de stad, de terugkeer naar de ruïne, uw ontdekking dat alles was weggeroofd. Hun onbevangen belangstelling is net zo goed empathisch. Weet dus hoe graag wij de verhalen horen, over hoe de mensen u onderdak boden. Wij zien de connectie met de verhalen van nu, van dakloze Nederlanders, gevluchte Syriërs en geëvacueerde Afghanen. Zo heeft u als opa’s en oma’s Arnhem een traditie gegeven: een hartelijke houding van helpen en welkom heten.
Beste Arnhemmers, nieuw is ook dat de kleinkinderen hun familiegeschiedenis gaan uitzoeken.
Die van de Arnhemse evacuees, maar ook die van de Arnhemse verzetsstrijders. Een paar maanden voor de slag om Arnhem nog, bevrijdden zij een verzetsman uit de onneembare koepelgevangenis. Het wordt helder dat onze verzetsstrijders toen zorgvuldig te werk gingen in een georganiseerd netwerk van mensenredders om gevangenen te bevrijden, persoonsbewijzen te vervalsen en onderduik te organiseren. Ter voorbereiding van Airborne regelde het verzet wel degelijk telefoonverbindingen voor Londen en na de slag brachten zij achtergebleven geallieerden naar bevrijd gebied.
Dus dames en heren, ik zie mooi materiaal voor spannende films, maar hoop ook op nieuwe wetenschappelijke studies. Bijvoorbeeld naar gemeenteraadslid Jan Klaver die met zijn joodse schoonzoon Charles Mozes en boezemvriend Henri Jacob Kuyper een centrum voor evacuees opende en hoe zij dit met de dood bekopen moesten.
Hoe wij hen het beste bedanken kunnen?
Dat vinden de veteranen een mooie vraag. En zij antwoorden: ‘Door zorg te dragen voor vrede en veiligheid’. En wij bedanken hen door zij die in nood vluchten, onze hulp te blijven bieden.
Wat wij daarvoor nodig hebben?
Lieve mensen, elkaar! Ingewikkelder is het niet.
Elkaar herinneren aan de prijs die betaald is voor de vrijheid. Dat geven wij elkaar door. Van buren tot bestuurders en van ouders tot docenten. Dat wie vrijheid krijgt ook vrijheid geeft. Zo helpt herdenken. Van generatie op generatie