ARNHEM – De Arnhemsche Courant doet noodgedwongen een stap naar achteren. We stoppen met actuele politieke verslaglegging uit de raadszaal in Arnhem. Schrijven over de Arnhemse politiek moet leuk en veilig zijn. Dat is het niet meer.
(Door: Patrick Arink)
Hoe zit het?
Vijf maanden geleden werd ik na een raadsvergadering geconfronteerd met een hysterisch raadslid dat achter mij aan was gerend. Op het balkon naast de raadszaal ging zij tegen mij tekeer over alles wat er mis is met mij en mijn journalistieke werk. En dat was nogal wat.
Ik heb haar op een gegeven moment onderbroken en haar van repliek gediend. Daarna heb ik me omgedraaid en ben ik naar huis gegaan.
Het was een incident van niets. Ik heb in de meer dan 30 jaar dat ik de politiek in Arnhem volg veel heftigere aanvaringen meegemaakt. Van Henny Selhorst tot Gerrie Elfrink en van Chris Lenting tot Martin van Meurs. Iemand zegt iets, je zegt iets terug en daarna haal je je schouders op. In het ergste geval drink je later een kop koffie met elkaar en heb je het er nog eens over.
Waar ik pas later achter kwam, is wat er in het stadhuis gebeurde nadat ik naar huis liep. Het raadslid in kwestie is na mijn vertrek huilend ter aarde gestort. Met veel drama heeft ze iedereen uitgebreid verteld over Al Het Leed Dat Haar Is Aangedaan.
Ik was er zelf niet bij, maar dit is de samenvatting die ik van een paar raadsleden kreeg toen ik daar later naar vroeg.
Vervolgens deed het raadslid aangifte wegens bedreiging.
Daarna liet zij de griffie weten dat zij zich niet veilig voelde in het stadhuis als ik ook aanwezig was.
Hierop heeft de gemeente gekeken of zij mij een pandverbod voor het stadhuis kon geven.
Let wel: dit is niet op basis van haar verhaal versus mijn verhaal. Dit is op basis van haar verhaal en verder niets. Niks hoor en wederhoor!
Handdoek in de ring
Heftig? Nou en of! Ik heb er vijf maanden na dato nog steeds last van. Ik schrijf dit in de vroege ochtend op de veranda van een vakantiehuis in Normandië na weer een slapeloze nacht. Ik ben godverdomme op vakantie en het laat me nog steeds niet los. Dit is het me allemaal niet waard. Ik gooi de handdoek in de ring.
Het probleem met haar verhaal is bovendien: er klopt niets van. Ik heb via via de verklaring in handen gekregen die zij heeft afgelegd. In die verklaring staan hooguit drie zinnen die feitelijk juist zijn. De rest is fictie. Het is laster. Ik heb niets gezegd wat een aangifte wegens bedreiging rechtvaardigt. Dat wordt onderstreept door het Openbaar Ministerie, die de aangifte inmiddels heeft geseponeerd.
Ook het OM ziet niet in waarom zij mij zouden moeten vervolgen voor bedreiging, zelfs niet met aantijgingen in de aangifte die ik niet gezegd heb. Ik ben veel te welbespraakt om dingen te zeggen als “vieze vuile Farizeeër, vieze vuile huichelaar”.
Vogelvrij
Maar ter zake. Waar ik mee geconfronteerd word is dit: ik ben vogelvrij. Je kan en mag in Arnhem als raadslid dus een hele scene verzinnen en huilend aangifte doen. Vervolgens is er binnen het stadhuis helemaal niemand die zich afvraagt of dat wel klopt met de werkelijkheid en wordt er meteen gewerkt aan een pandverbod.
Als je dat geintje één keer kunt flikken, dan kan dat iedere keer weer. Daar pas ik voor. Dit is bovendien een strijd die ik altijd verlies. Want ook al kan ik je met de hand op mijn hart verzekeren dat er niets is gebeurd wat niet door de beugel kan, en kan ik verwijzen naar het OM die de zaak niet eens in behandeling neemt: er zullen altijd mensen zijn die denken; “waar rook is is vuur” of “er zal heus wel wat gebeurd zijn”. Dit blijft aan mij kleven.
Dus heren en dames Arnhemse politici: zoek het lekker uit. Ik ga andere dingen doen met mijn leven die mij wel energie geven. Ik sluit af met een citaat van Jezus Christus uit het Nieuwe Testament:
“Wee jullie, Farizeeërs en Huichelaars. Jullie lijken op witgepleisterde graven die er van buiten mooi uit zien, maar vol liggen met doodsbeenderen. Zo lijken jullie voor de mensen ook van buiten rechtvaardig, maar vanbinnen is het een en al huichelarij en wetsverachting! Slangen zijn jullie! Addergebroed!” (Matteus 23:27/23:33)