ARNHEM – Komende vrijdag buigt de Raad van State zich over de plannen voor Stadsblokken-Meinerswijk. De gang naar de Raad van State is de laatste mogelijkheid die tegenstanders hebben om de plannen tegen te houden. Dit zijn de standpunten die aan de orde komen.
(Door: Patrick Arink)
Feitelijk is er maar één ding dat de Raad van State vrijdag wil weten over Stadsblokken-Meinerswijk. Voldoet het plan aan de regels?
Een argument als “Ja maar tweederde van de Arnhemmers stemde voor” is net zo min valide als het argument “ja maar een klimaatprofessor zegt óók dat het niet verstandig is om in de uiterwaarden te bouwen”.
Bewijs maar dat het plan voldoet aan alle regels, of toon maar aan dat het plan niet voldoet.
In een document van 21 pagina’s tekenen tegenstanders beroep aan tegen de plannen van projectontwikkelaar Kondor Wessels Projecten. In een lijvig verweerschrift van 53 pagina’s verdedigen de gemeente Arnhem, de provincie Gelderland en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat het plan. Zij zijn degenen die de regels opstellen, dus zij zijn ook degenen die moeten aantonen dat het plan van Kondor Wessels Projecten aan de regels voldoet.
Hieronder over de belangrijkste onderwerpen de argumenten voor en tegen. Oordeel zelf.
Waterveiligheid
Het zwaartepunt in het beroepschrift van de tegenstanders ligt bij de afvoer van water via de Nederrijn bij Arnhem. Kortgezegd komt het erop neer dat de tegenstanders vinden dat de waterveiligheid door de plannen in gevaar komt.
Tegenstanders stellen dat er ten onrechte een watervergunning is afgegeven. Volgens tegenstanders wordt geen rekening gehouden met klimaatverandering, waardoor er in de toekomst (veel) meer water via de rivieren moet worden afgevoerd.
Volgens hen zou de waterafvoer van de Rijn bij Lobith in de toekomst kunnen oplopen tot 22.000 m3/s.
“De effecten van het plan bij een waterafvoer hoger dan 16.000 m3/s is onvoldoende gedetailleerd onderzocht”, schrijven de tegenstanders. “Het onderhavige plan en toestemmingen wijken sterk af van eerder beleid over bouwen in de uiterwaarden.”
Tegenstanders betogen verder dat uitvoer van de plannen de mogelijkheid ontneemt om in de toekomst rivierverruimende maatregelen te nemen in Stadsblokken-Meinerswijk.
De tegenstanders betogen bovendien dat de waterstand bij het Heuveltje op de Meginhardweg juist verslechtert bij hoogwater. In vergelijking met de huidige situatie zal de waterstand daar tussen 0 en 3 centimeter hoger staan wanneer de plannen worden uitgevoerd.
“De verhoging van de Meginhardweg zal daarvoor geen mitigerende effecten opleveren.”
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is het vanzelfsprekend niet eens met die zienswijze. Allereerst wijst het ministerie erop dat de geplande woningen in het gebied gebouwd worden op hoogwatergronden. Door het graven van een nevengeul in Meinerswijk en het afgraven van een deel van het festivalterrein op de Stadsblokken wordt de rivierstand bovendien verlaagd en de waterveiligheid vergroot, betoogt het ministerie.
“Die maatregelen leiden tot meer ruimte voor de rivier.”
Het ministerie bestrijdt dat er in de toekomst geen extra maatregelen genomen kunnen worden, zoals de tegenstanders beweren.
“Er is wel degelijk rekening gehouden met lange termijn verwachtingen. In 2018 is onderzoek uitgevoerd naar verruimende maatregelen. De uitkomsten zijn dat ook na realisatie van het plan Stadsblokken-Meinerswijk rivierverruimende maatregelen mogelijk zijn.”
Om die reden stelt het ministerie dat de waterveiligheid ook in de toekomst geborgd is.
Het ministerie voegt daar aan toe: “De stelling dat de Rijnafvoer kan oplopen tot 22.000 m3/s wordt niet nader onderbouwd. De stelling wordt door actuele wetenschappelijke inzichten over klimaatrisico’s niet ondersteund. Het is daarom geen basis voor de beoordeling van plannen.”
Met betrekking tot de Meginhardweg meldt het ministerie dat de voorgenomen verhoging van de Meginhardweg van de baan is na overleg tussen Kondor Wessels Projecten en bewoners. Er wordt in de toekomst samen met bewoners gezocht naar andere maatregelen die meer effect hebben.
Natuur
Tegenstanders stellen met een verwijzing naar de Gebiedsvisie uit 2012 dat de plannen ten koste gaan van de natuur in Stadsblokken-Meinerswijk.
“Volgens de ontwerpontheffing dient de aanvraag ter bescherming van de wilde flora of fauna of in het belang van instandhouding van natuurlijke habitats. Dat is niet het geval. Het project heeft primair tot doel om woningbouw te realiseren.”
Volgens de tegenstanders heeft de provincie Gelderland ten onrechte een zogeheten Wnb-ontheffing afgegeven. Die ontheffing heeft betrekking op dieren die in het gebied voorkomen zoals de huismus, gewone dwergvleermuis, meervleermuis, ruige dwergvleermuis, watervleermuis, rugstreeppad, steenmarter, bunzing, hermelijn en wezel.
“Er zijn geen daadwerkelijke dwingende redenen van groot openbaar belang aan het besluit ten grondslag gelegd voor een Wnb ontheffing. “Die zijn er ook niet. Het is uitgesloten dat de Wnb-ontheffing standhoudt.”
Tegenstanders voeren verder aan dat door de plannen het leefgebied van de bever verstoord wordt. Volgens hen is er sprake van vaste rust- en verblijfsplaatsen in het gebied.
De provincie Gelderland bestrijdt de visie van de tegenstanders.
“Aan de Wnb-ontheffing liggen zes afzonderlijke wettelijke belangen ten grondslag”, betoogt de provincie. “In de Wnb-ontheffing is uitgebreid gemotiveerd dat deze belangen aan de orde zijn. Gedeputeerde Staten stellen vast dat appellanten deze motivering niet bestrijden. De enkele verwijzing naar de Gebiedsvisie doet op geen enkele manier af aan de onderbouwing van de belangen In de Wnb-ontheffing.”
Met betrekking tot de bever meldt de provincie:
“De Wnb-ontheffing is niet aangevraagd voor de bever en de Wnb-ontheffing ziet ook niet op de bever. Ten overvloede merken Gedeputeerde Staten op dat de aanwezigheid van een burcht in de haven van Coers uitgestoten lijkt, omdat de oevers bekleed zijn met steen. Recent onderzoek uit 2020 wijst hier ook geen burchtlocatie aan.”
Woningbouw
De tegenstanders stellen dat het plan in strijd is met de Gebiedsvisie. In de Gebiedsvisie werd gesproken over ondersteunende woningbouw. De komst van 430 woningen in het gebied is niet in lijn met die zinsnede uit de Gebiedsvisie.
“Het ontwerpbestemmingsplan wijkt sterk af van eerdere richtinggevende besluitvorming. Nu dreigt Stadsblokken én Meinerswijk door de nieuwbouw voor 430 woningen, ontsluitende infrastructuur en parkeerplaatsen te verstedelijken. De indieners van deze zienswijze vragen zich af hoe deze gang van zaken zó mis heeft kunnen gaan door de geplande komst van zoveel woningbouw.”
De gemeente Arnhem erkent dat er meer woningen komen dan in 2012 voorzien was in de Gebiedsvisie.
“Dit een gevolg van veranderende (economische) tijden en doet dit niet af aan het ondersteunende karakter van de woningbouw voor de ontwikkeling van het gehele plangebied.”
“Het realiseren van woningen in een beperkt gebied, namelijk op Stadsblokken en op het terrein van de steenfabriek in Meinerswijk, is een middel om de Gebiedsvisie te realiseren. Zo voegen woningen onder meer waarde toe aan het gebied. Rendement is nodig om de doelstellingen van de Gebiedsvisie te financieren. Bovendien is het een kans om een uniek woonmilieu aan de stad toe te voegen.”
De provincie Gelderland voegt daaraan toe:
“De stelling dat de gewenste ontwikkelingen mogelijk zijn zónder de woningbouw, is onjuist. Woningbouw is noodzakelijk om de kosten van de herinrichting van het gehele gebied te dekken en dus de realisatie van de gebiedsontwikkeling mogelijk te maken.”
Parkeeroverlast
Bewoners van de Haven van Coers vrezen parkeeroverlast wanneer de plannen worden uitgevoerd.
“Ten onrechte is in het bestemmingsplan geen rekening gehouden met bezoekend verkeer van de horeca en van het evenemententerrein.”
Het weerwoord van de gemeente Arnhem is simpel en duidelijk.
“Het plangebied is niet toegankelijk voor auto’s van (horeca)bezoekers en wordt fysiek afgesloten voor autoverkeer. Festivalbezoekers zullen parkeren op parkeerplaatsen aan de rand van de stad, zoals Gelredome, en met pendelbussen naar het plangebied vervoerd worden. De bussen stoppen buiten het plangebied.”
De zitting van de Raad van State waarin deze en andere onderwerpen worden behandeld vindt vrijdag 24 september plaats. Naar verwachting doet de Raad van State na ongeveer twee weken een uitspraak.