ARNHEM – Arnhem stond jarenlang bekend als de stad waar grote bouwprojecten mislukten. Toch zijn er de afgelopen 20 jaar behoorlijk wat iconische gebouwen bij gekomen in Arnhem. We zetten er een aantal op een rijtje.
(Door: Patrick Arink)
Architectuurcentrum CASA bestaat dit jaar 20 jaar. Voor de Arnhemsche Courant is dat aanleiding voor een serie artikelen over bouwen in Arnhem in de afgelopen 20 jaar. Eerder schreven we al over de plannen die niet doorgingen. Vandaag deel 2: de plannen die wel gerealiseerd zijn.
Makkelijk ging het soms niet, maar één ding staat buiten kijf: Arnhem heeft er een aantal gebouwen bij gekregen die de stad niet alleen verrijkt hebben, maar die het aangezicht van de stad ook veranderd hebben. Arnhem was tot een paar decennia terug vooral een stad die bekend stond om haar wederopbouw. Inmiddels kent Arnhem een aantal van de meest iconische gebouwen van Nederland.
Arnhem Centraal
Het is juli 1997 wanneer minister Annemarie Jorritsma met een ferme druk op de knop de eerste flat op het stationsplein opblaast. De ontploffing markeert het startsein van de bouw van een nieuw station, nieuwe kantoren en een nieuw busplein. Niemand kon toen vermoeden dat de bouw van het station in totaal 19 jaar zou duren. Nog altijd is het plan niet helemaal gerealiseerd. Komend jaar wordt gestart met de bouw van de laatste twee torens bij Arnhem Centraal.
Het ontwerp van architect Ben van Berkel wordt wereldwijd geroemd. Het station heeft meerdere gerenommeerde architectuurprijzen in de wacht gesleept. Nu het station eenmaal af is, functioneert het zoals de bedoeling is. Maar zouden we het weer zo doen als dat aan de orde zou zijn? Vergeet het maar. We zouden een eenvoudiger en vooral goedkoper station bouwen.
In de jaren negentig dachten de stadsbestuurders er heel anders over. Arnhem moest op de kaart gezet worden en omdat de bomen in die tijd toch tot in de hemel groeiden, was geen plan te gek. Dus toen de talentvolle jonge architect Ben van Berkel met een spectaculair plan voor een nieuw station kwam, gingen alle duimen enthousiast omhoog.
Kritiek op de plannen was er wel, maar die werd eenvoudig weg gewapperd. De vooruitgang moet je niet tegenhouden met pessimistische gedachten over hoge kosten en bouwkundige risico’s. Enthousiast werd begonnen met het project Arnhem Centraal en aanvankelijk ging dat keurig volgens schema. In 2000 werd de Willemstunnel geopend en in 2001 volgde de opening van de parkeergarage onder het station.
Met enige vertraging volgde in 2003 de opening van het overdekte busstation en de bouw van de Park- en de Rijntoren in 2005. Daarna ging het mis. De complexe bouw van het station bleek veel duurder dan gedacht. Het Rijk, ProRail, de provincie Gelderland, maar vooral de gemeente Arnhem moesten keer op keer bijspringen om de grote financiële gaten te dichten.
De financiële problemen leidden er meermalen toe dat de bouw stil kwam te liggen. Er was geen geld om door te gaan. Dat was vooral slecht nieuws voor alle Arnhemmers die gebruik moesten maken van het tijdelijke station dat inmiddels was ingericht. Lange looproutes, liften en roltrappen die het niet deden en een fietsenstalling op het dak van het tijdelijke station zorgden voor een stortvloed aan klachten.
Besloten werd om eerst de perrontunnel te realiseren zodat het gehate tijdelijke station eindelijk gesloopt kon worden. Hoe die stationshal dan daarna gebouwd moest worden, was een probleem voor later. Nadat de perrontunnel in gebruik was genomen, bleek dat probleem levensgoot te zijn. Het hart van de stationshal moest gevormd worden door een betonnen krul. Zoiets was nooit eerder gedaan en er was slechts één aannemer in staat om die te bouwen.
De aannemer vroeg 17 miljoen euro meer dan aanvankelijk overeen gekomen was. De kersvers aangetreden wethouder Gerrie Elfrink (SP) zette zijn hakken in het zand. Elfrink vertikte het om nog meer geld in het station te steken. Hij kon ook moeilijk anders. Als oppositieleider had Elfrink de stationsplannen jarenlang smalend “een megalomane betonnen paraplu” genoemd. Een impasse dreigde, maar de SP-wethouder werd gered door een scheepsbouwer die meldde dat hij de krul wel in staal kon uitvoeren, en nog tegen het bedrag dat ervoor gereserveerd was ook.
Dankzij de oplossing met de metalen krul ging het opeens snel met het afbouwen van de stationshal. Op 19 november 2015 werd het station officieel geopend. Het station won sindsdien de Nationale Betonprijs, een Architizer A+ award, de Heuvelinckprijs, The European Concrete Award, de German Design Award, de Zumtobel Group Award en de Nationale Innovatieprijs. Ondanks alle onderscheidingen lekt het station nog steeds.
Rozet
Een gebouw dat zonder kritiek, vertraging of wanklank werd gerealiseerd is Rozet. Rozet is het enige onderdeel uit de Rijnboogplannen van Antonio de Sola Morales dat daadwerkelijk is gebouwd. Het idee van De Sola Morales was om een ‘Kenniscluster’ te ontwerpen waar de Bibliotheek, het Kunstbedrijf, de Volksuniversiteit, de kunstuitleen, en het Erfgoedcentrum hun onderkomen hebben.
Het verzameldgebouw zou leiden tot meer synergie en tot lagere kosten, was de gedachte. Met betrekking tot dat laatste weten we inmiddels dat dat niet het geval is. Het is ieder jaar weer kunst- en vliegwerk voor Rozet om te zorgen voor een sluitende begroting. Maar ondanks die problemen manifesteert Rozet zichzelf wel als de huiskamer van de stad.
Het gebouw werd met die functie voor ogen ontworpen door architectenbureau Neutelings-Riedijk, die eerder al hun sporen hadden verdiend met bijvoorbeeld Museum Aan de Stroom in Antwerpen. De architecten zien het gebouw als een verlengstuk van de straat. Dit idee geven ze vorm door middel van de enorme trap die vanaf de ingang helemaal naar boven loopt.
“Het ontwerp stimuleert zo de onderlinge samenwerking tussen de verschillende organisaties”, stellen de architecten. De naam Rozet werd overigens pas later bedacht. Netelings-Riedijk had het over ‘De Kennisberg’. Het is een naam die gelukkig allang vergeten is.
Iets dat ook vergeten lijkt te zijn, is dat Rozet bijna is bekroond met de titel ‘beste gebouw ter wereld’. In 2016 behoorde Rozet bij de dertig genomineerden voor de verkiezing van ‘Beste gebouw ter wereld’ die door het toonaangevende Royal Institute of British Architects was georganiseerd. De prijs ging uiteindelijk naar een betonnen kolos in Zuid-Amerika, maar alleen al de nominatie voor Rozet is een enorme eer.
Transformatie zuidelijke binnenstad
Op het moment dat Rozet in 2013 werd geopend, zat de gemeente Arnhem nog met de handen in het haar hoe zij de Rijnboogplannen weer vlot kon trekken. Het omvangrijke stedebouwkundige plan voorzag in een metamorfose van de zuidelijke binnenstad in Arnhem tussen de Nelson Mandelabrug en de John Frostbrug.
De plannen voor een haven tot aan het Kerkplein waren inmiddels weliswaar gesneuveld, maar voor de rest stond Rijnboog op dat moment voor het grootste gedeelte nog fier overeind. Ondanks de storm und drang-mentaliteit van SP-wethouder Gerrie Elfrink, lukte het niet om de plannen verder te krijgen dan de tekenfase. De plannen waren te groot, te omvangrijk en te duur.
Dat veranderde toen Elfrink inwoners van Arnhem liet meedenken via brainstormsessies onder de noemer ‘Atelier Rijnboog’. Tijdens een van die sessies nam binnenstadsbewoner Henk Jaspers het woord. Jaspers gedroeg zich als een gekkie. Gekleed in een fanfarekostuum onder de naam Dokter Ziel voerde hij een felle en eenzame strijd tegen de Arnhemse politiek.
Maar gek was Jaspers allerminst. “Weet jij waarom het in Arnhem nooit lukt om iets te realiseren”, vroeg hij aan Elfrink. “Alle plannen zijn veel te groot. Als er op één onderdeel een probleem is, gaat vervolgens meteen het hele plan niet door. Weet je wat jij moet doen? Je moet Rijnboog versnipperen. In plaats van één groot plan heb je dan veertien kleine plannen. Als je dan twee plannen hebt die niet doorgaan, heb je nog twaalf andere plannen die wél doorgaan.”
En dat is precies wat Elfrink meteen daarna gedaan heeft. Rijnboog werd losgelaten. Het Rijnbooggebied heette vanaf nu de zuidelijke binnenstad. In plaats van Rijnboog kwamen er veel, heel veel, kleinere plannen. Met uitzondering van de bouw van een parkeergarage onder de Markt en de bouw van het Kunstencluster zijn al die plannen in de jaren daarna in hoog tempo gerealiseerd. We noemen ze stuk voor stuk op:
De herinrichting van de Markt, de aanleg van de Jansbeek, de bouw van Bartok tegenover Rozet, het Kadehuis, de transformatie van kantoren op de Broerenstraat en in de Koningstraat, het herinrichten van de Trans, nieuwbouw op de Trans, nieuwbouw op de Turfstraat, de transformatie van het voormalige arbeidsbureau op het Eusebiusplein, woningen op het Kerkplein, nieuwbouw in het Paradijs en de bouw van het filmhuis.
De bouw van het Filmhuis op het Kerkplein was een miskleun waartegen veel weerstand in de stad was. De SP van Elfrink moest het bekopen met het verlies van 5 van haar 8 zetels bij de eerstvolgende gemeenteraadsverkiezingen. Door de protesten tegen de bouw van het filmhuis heeft Elfrink nooit de credits gekregen voor de transformatie van de binnenstad die hij verdient.
Het Gelders Huis
De zuidelijke binnenstad kreeg er afgelopen jaren nog een iconisch gebouw bij: het Gelders Huis. De gemeente Arnhem had daar eigenlijk niet zoveel mee te maken. Oneerbiedig gezegd was Het Gelders Huis een cadeautje van de rijke provincie Gelderland aan zichzelf, dat betaald werd met de aandelen van NUON die werden overgekocht door Vattenfall.
Minder oneerbiedig is het Gelders Huis de noodzakelijke vervanging van de verouderde kantoren van de provincie aan de Prinsenhof. De kantoren stamden uit de jaren zeventig en waren hoognodig aan vervanging toe.
Het nieuwe gebouw naast het provinciehuis is niet alleen modern en duurzaam: het is vooral ook heel erg mooi. Bestuurlijke speerpunten zoals ’toegankelijkheid’, ’transparantie’ en ‘ verbinding’ zijn in de architectuur duidelijk terug te vinden. Vier luchtbruggen verbinden het Gelders Huis met het bestaande provinciehuis. Eén van die bruggen is uitgevoerd in spiegelglas. Want transparantie bij de provincie Gelderland heeft zo zijn grenzen.
“De kracht van het ontwerp ligt in het benutten van de waardevolle cultuurhistorische aspecten van het provinciehuis en de architectonische vertaling daarvan naar de 21e eeuw”, aldus kenners.
Het Gelders Huis werd in 2018 onderscheiden met de hoogste architectuurprijs die we in Nederland kennen. Het gebouw werd uitgeroepen tot Gebouw van het Jaar.
Musis
Die prijs was in 2018 bijna naar een ander gebouw gegaan dat eveneens was genomineerd voor de titel Gebouw van het Jaar. Ook de nieuwbouw van Musis is een iconisch gebouw dat alom gewaardeerd wordt. Net zoals bij het Gelders Huis, werd de nieuwbouw voor het grootste gedeelte betaald door de provincie Gelderland.
Het idee voor nieuwbouw bij Musis ontstond nadat (toen nog) Het Gelders Orkest de wens uitsprak voor een nieuwe en betere zaal. Wat op de achtergrond meespeelde, waren bezuinigingsplannen vanuit Den Haag waardoor Het Gelders Orkest zou moeten fuseren met het Orkest van het Oosten. Met een nieuw onderkomen zouden die plannen wellicht teruggedraaid worden, was de hoopvolle gedachte.
Binnen de gemeente Arnhem waren er de nodige reserves ten aanzien van de beoogde nieuwbouw. Dat de provincie Gelderland een groot gedeelte van de bouwkosten voor haar rekening nam, was mooi meegenomen. Maar hoe zat het precies met de hogere exploitatiekosten? Die zouden voor rekening van de gemeente Arnhem komen. In een tijd van bezuinigingen was dat moeilijk te verkopen. De voordelen wogen echter op tegen de nadelen.
Een ander voordeel van de nieuwbouw was namelijk dat Musis grondig gerenoveerd kon worden. Bovendien konden de kleine zaaltjes aan de achterkant die in de jaren tachtig waren toegevoegd dan gesloopt worden. De zaaltjes voldeden allang niet meer aan de eisen en wensen van deze tijd.
Met een totale begroting van 20 miljoen euro waren de bouwkosten voor de nieuwe zaal relatief goedkoop. Een tegenvaller was wel dat er onverwacht nog asbest gevonden werd bij de fundering. Dat was een tegenvaller van bijna 3 miljoen euro die bovendien leidde tot extra vertraging bij de bouw.
Maar nadat de nieuwbouw van Musis door koningin Maxima geopend was, was er vooral veel lof over de nieuwe zaal. Architecten Frits van Dongen en Patrick Koschuch hadden zich voor de zaal laten inspireren door de ronde hoeken in het Concertgebouw in Amsterdam. Die ronde hoeken zorgen voor de magnifieke akoestiek waar het Concertgebouw wereldwijd om bekend staat. Ook de akoestiek in de nieuwe Parkzaal van Musis is fenomenaal.
Als bonus kent de Parkzaal achter het podium bovendien een groot venster met uitzicht over het Lauwerspark. Bij de bouw van de zaal was het idee om dit venster te openen zodat er vanaf het podium concerten gegeven konden worden voor bezoekers in het Lauwerspark. Het is een idee dat nog altijd niet werkelijk is uitgevoerd. Maar het kán!
Museum Arnhem
Arnhem kreeg er vorig jaar nóg een iconisch cultuurgebouw bij: het vernieuwde Museum Arnhem, met de spectaculaire nieuwe vleugel die over de stuwwal heen hangt. De nieuwe vleugel van het museum is ontworpen door Benthem Crouwel Architects. Naast nieuwbouw werd ook het oorspronkelijke gebouw grondig gerenoveerd en vernieuwd.
Nieuwbouw en renovatie waren noodzakelijk nadat de plannen voor het Kunstencluster na jarenlang dimdammen eindelijk werden afgevoerd. Maar eenvoudig ging het niet. Nadat het museum in 2017 haar deuren sloot voor asbestsanering, trok de aannemer zich terug. Hij wilde de verbouwing van het museum wel doen, maar niet meer voor het bedrag van 17 miljoen euro dat overeengekomen was.
Volgens de aannemer kon hij niet anders. Door gestegen kosten van bouwmaterialen had hij meer geld nodig dan er beschikbaar was. De beoogde verbouwing van het museum kwam knarsend tot stilstand. Een mokkende gemeenteraad realiseerde zich dat er meer geld vrijgemaakt moest worden om de bouw weer vlot te trekken. Er kwam een nieuwe aanbestedingsronde en uiteindelijk bleek het museum voor 22 miljoen euro gebouwd te kunnen worden.
De nieuwe vleugel is het meest in het oog springende onderdeel van het vernieuwde museum. De vleugel zweeft ruim vijftien meter over de stuwwal en is betegeld met 82.000 unieke, handvervaardigde tegels. Door de nieuwe vleugel heeft het museum nu 550 vierkante meter extra expositieruimte. Via de ramen in de vleugel hebben bezoekers, net zoals in het oude museum, een spectaculair uitzicht over de uiterwaarden.
De vernieuwing van het museum heeft ook als voordeel dat het hoofdgebouw uit 1873 weer in oorspronkelijke staat is hersteld. De koepel is de centrale ontvangstruimte van het museum geworden. Hier is ook het café gehuisvest, dat genoemd is naar de legendarisch directeur Pierre Jansen. De bovenverdieping van de koepel wordt gebruikt voor publieksactiviteiten.
Verbouwingen van musea zijn tricky ondernemingen. Het Rijksmuseum was na tegenslag op tegenslag ruim elf jaar dicht, het Stedelijk Museum in Amsterdam duurde ook veel langer dan gepland en Museum Boijmans in Rotterdam is door een verbouwing ook al jarenlang gesloten. Maar ondanks een mislukte aanbesteding is het in Arnhem gelukt om het museum min of meer binnen de tijd op te leveren, en nog binnen de 22 miljoen euro ook.
Arnhem is veel mooier geworden
Samenvattend kun je zeggen dat Arnhem er de afgelopen twintig jaar een heel stuk mooier op is geworden. Veel verouderde gebouwen in de stad zijn gesloopt om plaats te maken voor nieuwbouw. Arnhem kreeg daardoor in relatief korte tijd een geheel nieuw gezicht. Dat gezicht bestaat niet alleen uit architectonische hoogstandjes. Stuk voor stuk zijn de gerealiseerde projecten een verbetering ten opzichte van de gebouwen waarvoor zij in de plaats zijn gekomen.
Met de transformatie die Arnhem de afgelopen twee decennia ondergaan heeft, is Arnhem verlost van de achteraf verkeerde keuzes die tijdens de wederopbouw gemaakt zijn. Arnhem is en blijft, mede door haar bevolkingssamenstelling, een stad met rauwe randjes. Maar wel een stad met een aantal van de meest bijzondere gebouwen van ons land.
Ook komende jaren wordt hard gewerkt om Arnhem nog mooier te maken. Meer daarover lees je in deel 3 van deze serie: Bouwen in Arnhem: de plannen die komende jaren gerealiseerd worden.