“Ik sterf in de volle overtuiging dat ik niet voor niets geleefd heb”

ARNHEM – Tijdens de dodenherdenking staan we stil bij bij de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. Een van de mensen waar we in Arnhem vanavond bij stilstaan, is de Arnhemse verzetsman Piet Hoefsloot. Op 9 juli 1942 werd hij gefusilleerd door de Duitsers.

(Door: Patrick Arink)

Je staat er waarschijnlijk niet bij stil als je via de John Frostbrug naar de binnenstad van Arnhem loopt, maar de Oranjewachtstraat is een eerbetoon aan de eerste verzetsgroep die tijdens de Tweede Wereldoorlog werd opgericht.

Een maand nadat de Duitsers Nederland binnenvielen, werd door Piet Hoefsloot verzetsgroep de Oranjewacht opgericht. Doel van de Oranjewacht was om de nazi’s te verslaan en de Nederlandse zelfstandigheid weer terug te winnen. Met geweld.

Van Burgerwacht naar Oranjewacht

Piet Hoefsloot was 47 toen de oorlog uitbrak. Hoefsloot had in de Bakkerstraat een meubelzaak, die na zijn dood door zijn zoon is voortgezet. De diepgelovige Hoefsloot, vader van elf kinderen, was kapitein geweest bij de Burgerwacht. Dit was een soort van burgermilitie die na de Russische revolutie in 1918 was opgericht om op te treden tegen ‘revolutionaire woelingen’.

Nadat Nederland in mei 1940 werd bezet, werd de Burgerwacht door de Duitsers onmiddellijk verboden. Piet Hoefsloot besloot om onder de naam ‘Oranjewacht’ gewapenderwijs verzet te plegen tegen de Duitse bezetters. Zijn netwerk vanuit de Burgerwacht kwam daarbij goed van pas.

Dankzij zijn netwerk groeide het aantal leden van de Oranjewacht al snel. Niet alleen in Arnhem, maar in heel Nederland telde de Oranjewacht veel mensen die verzet wilden plegen tegen de Duitsers.

Meubelzaak wordt wapendepot

Veel imposante verzetsacties werden er niet gepleegd door de leden van de Oranjewacht. Het bleef in eerste instantie bij het verzamelen van informatie over de Duitsers en het plegen van kleine sabotage-acties.

Hoefsloot was vooral bezig met het opzetten van een gestroomlijnde organisatie. Grote verzetsdaden zouden daarna gepleegd worden. De meubelzaak van Hoefsloot in de Bakkerstraat diende als wapendepot voor een groeiend aantal wapens. Ook in zijn woning aan de Eusebiusbinnensingel lagen wapens en explosieven opgeslagen.

Als plaatselijke commandant van de inmiddels landelijke Oranjewacht-verzetsgroep, deelde Piet Hoefsloot Arnhem in in wijken. Iedere verzetsman in Arnhem had alleen contact met hooguit zeven mensen uit zijn eigen wijk. Wanneer iemand werd opgepakt, zou dat niet leiden tot massale arrestaties.

Arrestatie

Helaas ging het toch mis. Eind 1940 werd in Haarlem een medewerker van het Frans Halsmuseum opgepakt. Bernard IJzerdraat was net als Piet Hoefsloot één van de kopstukken van de Oranjewacht.

De Sichterheitsdienst vond in het huis van IJzerdraat een lijst met daarop alle namen en adressen van de overige plaatselijke commandanten van de Oranjewacht. Veertig stuks in totaal.

Het was voor de Duitsers vervolgens een koud kunstje om alle mensen die op de lijst stond te arresteren. Piet Hoefsloot werd thuis gearresteerd. De wapens die hij daar verborgen had, werden niet gevonden. Meteen na de arrestatie van zijn vader wist de oudste zoon van Hoefsloot de wapens en explosieven weg te smokkelen naar een andere schuilplaats.

Naast Hoefsloot werden in Arnhem nog twee leden van de Oranjewacht opgepakt. Dat waren politieman Jo Onnink en Jan Werkman, met wie Hoefsloot intensief samenwerkte.

Ter dood veroordeeld

Tegen de veertig arrestanten van de Oranjewacht werd een groot proces gevoerd. Hoewel de Duitsers wisten dat alle gearresteerden lid waren van het verzet, was het lastig om dat te bewijzen. Uiteindelijk werden negen leden van de Oranjewacht ter dood veroordeeld. Een van de ter dood veroordeelden was Piet Hoefsloot.

Toen Hoefsloot bij de Hoge Raad naar buiten liep na het proces, zou hij zijn duim naar beneden gedaan hebben als teken dat het proces niet goed verlopen was.

Vanuit zijn cel in Kamp Amersfoort kreeg Piet Hoefsloot op de ochtend van zijn executie de gelegenheid een afscheidsbrief te schrijven.

“Het vonnis zal heden morgen om zes uur worden voltrokken”, schrijf Hoefsloot. “Het is nu 04.30 uur en ik sta voor mijn laatste opdracht. Ik ben ter communie geweest en ik heb de pauselijke zegen ontvangen, zodat ik in volle gerustheid kan zeggen dat ik geheel bereid ben de grote reis te doen.”

“Ik sterf in de volle overtuiging dat in niet voor niets geleefd heb. Vanuit de eeuwigheid zal ik steeds bij jou zijn, mijn vrouwke, en bij onze kinderen. Een kus een een omhelzing. Tot weerzien in een blij verschiet.”

Piet Hoefsloot werd samen met de acht anderen ter dood veroordeelden in de vroege ochtend van 9 juli 1942 gefusilleerd bij Fort Rijnauwen in Bunnik.

De gemeente Arnhem wilde Piet Hoefsloot na de oorlog eren door een straat naar hem te vernoemen. De familie van Hoefsloot vond dat teveel eer, omdat de Oranjewacht bestond uit meer mensen dan alleen Piet Hoefsloot. Daarop werd gekozen voor de Oranjewachtstraat.

De meubelzaak van Hoefsloot bestaat nog steeds. Jarenlang was de winkel een vast icoon op het Gele Rijdersplein. De winkel is tegenwoordig gevestigd in Elst.