Marcouch: “Laten wij na de stilte onze woorden gebruiken om conflicten beschaafd op te lossen”

ARNHEM – Het waren twee imposante minuten stilte. Gisteravond om 20 uur tijdens de Dodenherdenking in Arnhem, op een overvol Audrey Hepburnplein. Na de stilte sprak burgemeester Marcouch. Dit was zijn toespraak.

A special welcome to our dear friends from Ukraine,
Beste mensen, jongens en meisjes,

“Nooit meer.”

Dit zijn de woorden waarmee wij een belofte deden aan onszelf, aan onze kinderen en onze kleinkinderen. ‘Nooit meer’ is ook aan onze naasten de belofte waarmee wij

– alle betreurde slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog herdenken,
– de beestachtig vermoorde Joden en Sinti betreuren,
– de evacuees en onderduikers gedenken,
– de verzetsstrijders eren
– en onze bevrijders bedanken.

‘Nooit meer’, voor deze opdracht hebben in 1945 wereldwijd 51 landen de Verenigde Naties opgericht, sindsdien zijn wij met ons allen al meer dan 75 jaar vrede aan het nastreven, met vallen en opstaan.

Vrede komt waar wij elkaar als mensen zien. Zonder menselijkheid verdrukken wij elkaar “Mens tegen macht’, zo heet in Arnhem treffend ons herdenkingsmonument.

Beste mensen,
Wij zijn met elkaar na twee indrukwekkende minuten van indringende stilte waarin wij de pijn en het verdriet toelieten om de mensen die wij nu al meer dan 75 jaar missen.

Voor onze ogen zijn dit jaar de oorlogsbeelden uit de Tweede Wereldoorlog verhevigd verschenen, door de bombardementen, de gevallenen en de puinhopen die uit Oekraïne onze huiskamers binnenkomen. Hoe graag hadden onze oorlogsslachtoffers en ook de overlevenden – bijna één op elke tien Arnhemmers – gehoopt dat het leed dat zij toen meemaakten onze jongere generaties daarna bespaard zou blijven.

Beste vrienden uit Oekraïne,
Wij zijn vereerd dat uw volk ons haar moeders en kinderen toevertrouwt; De Oekraïners hebben in feite meteen toen Rusland hun land binnenviel, besloten: ‘wij leggen de toekomst van ons land in de handen van het Westen, de mannen en ook veel kinderloze vrouwen blijven hier, vechtend voor de vrijheid.’

Dat brengt mij terug bij onze grote belofte van ‘nooit meer’. Hoe dan – nooit meer? Door de macht van onze woorden te onderkennen. Schoolkinderen vertellen mij over pesten: ‘Ik word liever geslagen dan uitgescholden. De pijn van slaan verdwijnt, maar die van de woorden blijft’.

Zij spreken schrijnend over woorden die angst brengen. En angst brengt intolerantie. En intolerantie maakt dat we zondebokken vinden. Door mensen te ontmenselijken. Dan is nog maar weinig nodig voor de lont in het kruitvat.

Laten wij het omgekeerde doen, met ons allen, buiten en binnen. Laten wij, nu na de stilte, onze woorden gebruiken, om conflicten beschaafd op te lossen, niet om ze aan te steken. Zoals Arnhemse jongeren en kinderen dat laten zien
bij Presikhaaf University, AM Support, Rijnstad en Ome Joops Tour.

Zo maken wij onze belofte van ‘nooit meer’ tot waarheid. Wij allen, als opvoeders die in onze wijken onze kinderen groot brengen: op school, op straat en thuis – weet dat onze tolerantie voor de medemens in de wieg begint.

Dank u.