Impressie van de plannen op de Stadsblokken. (Illustratie: Buro Harro.)

Nog geen groen licht voor Stadsblokken-Meinerswijk. Raad van State wil extra zitting in september

ARNHEM – Het duurt nog even voor er een uitspraak komt van de Raad van State over de plannen voor Stadsblokken-Meinerswijk. Er komt 30 september eerst nog een extra zitting voor de Raad van State een uitspraak doet.

(Door: Patrick Arink)

Er waren afgelopen jaar al twee zittingen bij de Raad van State. Voor tegenstanders van de plannen is een gang naar de Raad van State de laatste strohalm in hun poging de plannen die projectontwikkelaar Kondor Wessels Projecten op de Stadsblokken en in Meinerswijk heeft tegen te houden.

Na de twee eerdere zittingen was de verwachting dat de Raad van State deze zomer een uitspraak zou doen. Maar er is een kink in de kabel gekomen. De Raad van State is vergeten een deel van een reactie van Kondor Wessels Projecten door te geven aan de tegenstanders.

Nadat ontdekt werd dat de reactie van Kondor Wessels op het rapport van de Stichting Advies Bestuursrechtspraak (STAB) niet was doorgestuurd aan de tegenstanders, heeft de Raad van State de stukken alsnog doorgestuurd.

Zowel de voor- als tegenstanders kregen van de Raad van state de vraag of er behoefte was aan een extra zitting. Bij de voorstanders – Kondor Wessels Projecten, de gemeente Arnhem en Rijkswaterstaat – was die behoefte er niet. Één tegenstander heeft echter aangegeven dat hij of zij wel behoefte heeft aan een extra zitting. En dus komt die zitting er eerst voordat de Raad van State uitspraak doet.

Tegenvaller

De extra zittingsdag is een tegenvaller voor Kondor Wessels Projecten.
“We zijn uiteraard teleurgesteld”, reageert projectleider Roy Nijenhuis. “Alles is klaar om aan de slag te gaan en we zouden het liefst nu al willen beginnen.”

De extra zitting betekent dat de Raad van State ongeveer drie maanden later een uitspraak zal doen dan eerder de verwachting was. Kondor Wessels verwacht niet dat de extra zitting leidt tot nieuwe inzichten bij de Raad van State.

Nijenhuis: “Er worden geen nieuwe argumenten ingebracht. Tijdens de zitting wordt alleen het stuk behandeld dat de Raad van State eerder vergeten is door te sturen aan de tegenstanders. Tijdens de zitting kunnen zij daar op reageren. Het lijkt erop dat de Raad van State dit proces zo zorgvuldig mogelijk wil doen.”

Kondor Wessels wil zich niet wagen aan een uitspraak over de kant die de Raad van State zal kiezen.
“We hebben goede hoop op een goede uitspraak, maar als het onder de rechter is weet je het nooit. Het kwartje kan altijd twee kanten uitvallen”, aldus Roy Nijenhuis.

Angst voor overstromingen

Na de twee eerdere zittingsdagen is inmiddels wel duidelijk dat de angst voor overstromingen, het belangrijkste argument van de tegenstanders, niet gedeeld wordt door de mensen die daar verstand van hebben.

Volgens tegenstanders komt er in de toekomst meer water langs de Nederrijn bij Arnhem als gevolg van klimaatverandering. Rijkswaterstaat bestrijdt dit, en wijst erop dat de Waal en de IJssel in de toekomst wel meer water te verwerken krijgen, maar de Nederrijn niet.

Omdat Rijkswaterstaat zelf partij is in deze zaak, vroeg de Raad van State hierna onafhankelijk advies van de Stichting Advies Bestuursrechtspraak (STAB). In een lijvig rapport liet de STAB geen spaan heel van het hoogwater-argument van de tegenstanders.

In het rapport wordt geconcludeerd dat de aannames van Rijkswaterstaat over toekomstige waterafvoer via de rivieren goed onderbouwd zijn.

De hoeveelheid water die langs Arnhem stroomt, zal ook in de toekomst niet toenemen, wordt in het rapport geconcludeerd. Bovendien kan Rijkswaterstaat hoogwater prima reguleren over de Waal, de IJssel en de Nederrijn en is er in de plannen voor Stadsblokken-Meinerswijk voldoende ruimte om in de toekomst eventueel extra maatregelen te nemen.

“Er zijn in het gebied voldoende mogelijkheden voor aanvullende rivierverruiming, mocht dit vanwege de afvoerverdeling of andere opgaven (zoals natuurontwikkeling of dijkversterking) nodig zijn. Ook blijft het mogelijk om de afvoercapaciteit van de rivier te vergroten door de dijken te verhogen.”