O, zit dat zo! Het openbaar vervoer in Nederland begon in Arnhem!

/

ARNHEM – Lang voor de paardentram, de omnibus en de stoomtrein was de trekschuit de eerste vorm van openbaar vervoer in Nederland. En de allereerste trekvaart in Nederland liep vanaf 1610 via de schipbrug in Arnhem naar de Waal in Nijmegen.

(Door: Patrick Arink)

Arnhem heeft altijd meer oog gehad voor de toekomst dan voor haar geschiedenis. Dat er in 1813 al eens een Slag om Arnhem was? Dat Arnhem een van de oudste steden in Nederland is? Dat we in de 16e eeuw de Rijn verplaatst hebben naar de stad toe? Geen hond die het weet.

En er is ook geen hond die weet dat het openbaar vervoer in Nederland in Arnhem begon. Gisteren beweerde de Volkskrant nog geheel ten onrechte dat de trekvaart tussen Haarlem en Amsterdam de eerste regelmatige vervoersdienst voor passagiers was. Fout! Die trekvaart was vanaf 1632 in gebruik. Tussen Arnhem en Nijmegen voer toen al meer dan 20 jaar een trekschuit.

Een trekschuit is een boot met goederen en passagiers die door een paard via een pad langs het water wordt voortgetrokken. In de zeventiende eeuw was dit een snelle en comfortabele manier om van A naar B te komen. Vervoer over land was geen pretje. Wegen bestonden uit modder en zand en zaten daarnaast vol kuilen.

Tachtigjarige oorlog

De belangrijkste vervoersverbinding tussen Arnhem en Nijmegen liep in die tijd daarom over het water. Via zeilschepen kon je weliswaar van en naar Nijmegen komen, maar dat was langzaam en omslachtig. Bovendien was je afhankelijk van de wind. Vandaar dat er al in de zestiende eeuw plannen waren om tussen de schipbrug in Arnhem en de oevers van de Waal in Lent een kanaal te graven. Een trekschuit kon dan een dienstregeling tussen de twee steden onderhouden.

In 1570 werd er al een verzoekschrift ingediend bij de Spaanse koning Philips II die het toen nog voor het zeggen had in deze streken. Vervolgens brak de Tachtigjarige oorlog uit. Zodoende duurde het tot 1610 voor de Grift gegraven werd. De Grift is de naam van de 15 kilometer lange trekvaart tussen de Praets, via Elden en Elst naar Lent. De Grift werd 10 voet diep en 32 voet breed: drie meter diep en bijna tien meter breed.

De behoefte aan een betere verbinding tussen Arnhem en Nijmegen was in Nijmegen groter dan in Arnhem. Zodoende kwamen de twee steden overeen dat Nijmegen 75 procent van de kosten voor haar rekening nam en Arnhem 25 procent. De opbrengsten werden op dezelfde manier verdeeld.

Twee keer per dag ging er vanuit Arnhem een trekschuit naar Nijmegen en twee keer per dag ging er een trekschuit in omgekeerde richting. Aan boord was plek voor ongeveer twintig passagiers en een kleine hoeveelheid vracht. Voor een tochtje betaalde je drie stuiver per persoon, inclusief bagage.
De eerste trekschuit vanuit Arnhem vertrok ’s ochtends vroeg al om 6 uur. Die kwam drie uur later aan in Nijmegen, waar passagiers konden overstappen op een zeilschip naar Rotterdam dat om 9 uur vertrok.

Teloorgang

De trekvaart over de Grift was een snelle en populaire verbinding tussen Arnhem en Nijmegen, maar hij was minder populair dan veel van de verbindingen in het westen van het land. De trekschuit tussen Haarlem en Amsterdam bijvoorbeeld, ging maar liefst 15 keer per dag en vervoerde meer dan 200.000 passagiers per jaar.

De trekvaart tussen Arnhem en Nijmegen leverde vanaf 1707 nog in aan populariteit door de aanleg van het Pannerdens Kanaal. Halverwege de achttiende eeuw stopte daarom de verbinding met trekschuiten tussen Arnhem en Nijmegen. Maar de weg langs de Grift won in die tijd juist aan populariteit. In de Franse tijd reden er over het pad langs de trekvaart Franse diligences.

De trekvaart tussen Arnhem en Nijmegen werd in de jaren dertig van de vorige eeuw gedempt. Zodoende dat er geen enkel fysiek bewijs meer is voor de eerste openbaar vervoerverbinding die Nederland kende. In Lent herinnert alleen de straatnaam Griftdijk nog aan de Grift en de Rijksweg door Elst en Elden volgt nog grotendeels het traject van het pad langs de trekvaart.