ARNHEM – Het waarborgen van het democratisch proces tijdens de coronacrisis blijkt een moeilijke opgave. Dat is de belangrijkste conclusie van een gezamenlijk onderzoek door de rekenkamers van Tilburg, Breda, Oss en Arnhem.
“Uitgangspunten ten aanzien van steun zijn voornamelijk door de colleges vastgesteld. In geen van de gemeenten zijn dusdanig scherpe doelen en ambities geformuleerd, dat deze goed te controleren zijn door de raad.”
De rekenkamer van Arnhem heeft samen met de rekenkamers in Tilburg, Breda en Oss onderzocht welke steunmaatregelen er in de vier gemeenten genomen zijn en op welke manier de gemeenteraad daarbij betrokken was. Met het onderzoek willen de gemeenten lessen leren voor een volgende crisis.
Schipperen
Het was schipperen tussen direct handelen en een zorgvuldig democratisch traject met een belangrijke rol voor de gemeenteraden, concluderen de rekenkamers.
Bij het begin van de coronacrisis in 2020 werd de gemeenteraad overal in Nederland de facto buitenspel gezet door landelijke maatregelen van de regering. Fysieke bijeenkomsten waren niet meer toegestaan. Daardoor konden gemeenteraden geen besluiten meer nemen.
Pas nadat in april 2020 de noodwet van kracht werd, was het voor gemeenteraden weer mogelijk om bij elkaar te komen en besluiten te nemen. Die gang van zaken heeft er in de vier onderzochte gemeenten toe geleid dat het College van B&W zelfstandig lokale crisismaatregelen nam.
Het college van B&W in Arnhem heeft daarbij vanaf het begin de gemeenteraad intensief geïnformeerd. Tot en met het zomerreces verschijnen er 16 raadsbrieven die een update geven over de crisis en de maatregelen.
“Het algemene beeld uit het onderzoek is dat raadsfracties in het algemeen begrip hebben voor het achteraf informeren over genomen maatregelen in de eerste periode van de coronacrisis, gelet op de aanwezige urgentie”, concluderen de onderzoekers.
“Snelheid stond voorop”, aldus de rekenkamer van Breda.
Samen met Breda was Arnhem daarbij sneller dan de regering. Nog voor de eerste landelijke steunmaatregelen bekend werden gemaakt, waren in Arnhem en Breda al de eerste financiële steunmaatregelen genomen.
Globaal werden in alle vier onderzochte steden dezelfde maatregelen genomen. Die waren vooral gericht op liquiditeit van bedrijven, ondernemers en instellingen. Maar verschillen tussen de vier gemeenten zijn er ook. Zo is Arnhem de enige gemeente waar de nadruk werd gelegd op sociaalmaatschappelijke maatregelen, gericht op kwetsbare groepen in de stad. Ook is Arnhem de stad die de meeste aandacht geeft aan onderwijs en kinderopvang.
Herpakken
Na de eerste crisisfase, volgt vanaf mei 2020 een fase van ‘herpakken’. Er is meer ruimte om na te denken over uitgangspunten van de gemeentelijke aanpak, visievorming en integrale beleidsafwegingen. Dat betekent ook dat de gemeenteraad een grotere rol krijgt.
Nou was de Arnhemse gemeenteraad in vergelijking met bijvoorbeeld Tilburg en Oss sowieso al alert, concludeert het rapport. Al tijdens de eerste raadsvergadering op 15 april neemt de gemeenteraad door middel van moties het initiatief om besluiten te nemen over aanvullende lokale steunmaatregelen.
“De Arnhemse gemeenteraad heeft die actieve houding doorgezet in de maanden die daarop volgden”, aldus het rekenkamerrapport.
“Vanaf het moment dat de eerste crisisgolf wat geluwd lijkt, zit de raad meer op de bok. Zo stelt de raad de Arnhemse Herstelagenda vast waarin een brede aanpak is opgenomen voor een duurzaam herstel.”
Op meerdere momenten verzoekt de raad het college om sturingsinstrumenten aan te reiken aan de raad. Zo wordt onder meer gevraagd naar risico-inventarisaties, scenario’s en een nadere onderbouwing van de Arnhemse Herstelagenda.
“Maar”, aldus de onderzoekers: “Het college had de raad steviger in positie kunnen brengen door zelf op voorhand de raad te voorzien van deze instrumenten en informatie.”
Alternatieven
Het uitwerken van financiële scenario’s is een terugkerende wens van alle vier de gemeenteraden. In geen van de gemeenten heeft het college alternatieven om over te besluiten voorgelegd aan de raad.
Maar dat is niet alleen het college van B&W te verwijten, menen de onderzoekers.
“De gemeenteraad had op dat vlak vasthoudender kunnen zijn.”
De Arnhemse rekenkamer doet de aanbeveling om in tijden van crisis beleidsalternatieven te ontwikkelen. Pas wanneer de raad een richting heeft gekozen, kan het college van B&W een plan maken.
Ook stelt de rekenkamer voor om een evaluerend gesprek te voeren tussen college en raad om te zien wat er bij een volgende crisis beter kan.
Het college van B&W laat in een reactie weten dat zij blij is met het rekenkamerrapport.
“De rapportages bieden ons waardevolle spiegels voor onze inzet en werkwijze.
Voortdurend hebben wij de raad in de positie en gelegenheid gebracht om vragen te stellen, aan te scherpen, bij te sturen etc. Daar waar besluitvorming van de raad nodig was, is dat natuurlijk gebeurd. Wat ons betreft is dat wat in crisistijd past in een ‘zuiver democratisch proces’, zoals u dat benoemt.”