Wooncrisis: gemeente Arnhem roept beleggers een halt toe

//

ARNHEM – Het moet afgelopen zijn met beleggers die huizen opkopen, stelt de gemeente Arnhem. Wie in Arnhem een huis koopt, moet daar zelf in gaan wonen. De opkoopbescherming moet ertoe leiden dat starters op de woningmarkt meer kans hebben om een woning te kopen.

(Door: Patrick Arink)

Maar liefst 25 procent van alle woningen in Arnhem werd de afgelopen paar jaar opgekocht door particuliere beleggers. De meeste beleggers gebruiken de huizen om ze te verhuren aan woningzoekenden.
In totaal is inmiddels 14 procent van alle koopwoningen in Arnhem in handen van beleggers. Ter vergelijking: in heel Nederland ligt het percentage met 6 procent fors lager.

Particuliere beleggers zijn vooral geïnteresseerd in koopwoningen in het goedkope segment. Het directe gevolg hiervan is dat de druk op de woningmarkt nog hoger wordt dan hij al is. Omdat vermogende beleggers in staat zijn om meer te bieden voor een woning dan starters op de woningmarkt, komen starters er niet meer tussen.

De woningen worden vervolgens voor hoge prijzen op de vrije huurmarkt aangeboden. Omdat starters niet in staat zijn een huis te kopen, zijn zij daardoor gedwongen een huis te huren.

Om aan die praktijk een halt toe te roepen, hebben Rotterdam, Eindhoven, Den Haag en Haarlem al aangekondigd dat zij begin volgend jaar een beleggersverbod invoeren. Aan dat rijtje kan Arnhem nu toegevoegd worden.

Maximaal 325.000 euro

De opkoopbescherming gaat gelden voor huizen met een WOZ-waarde van maximaal 325.000 euro. Dit is ongeveer een derde van alle woningen die op dit moment in Arnhem te koop worden aangeboden. Woningen kunnen dankzij de maatregel de eerste vier jaar na verkoop niet meer verhuurd worden. Die bepaling geldt niet voor woningen die al verhuurd werden.

Daarnaast mogen verkochte woningen wel verhuurd worden aan familieleden, zoals kinderen. Als een huiseigenaar een periode in het buitenland wil verblijven, mag hij zijn woning maximaal een jaar verhuren. Een uitzondering geldt bovendien voor woonruimte die gekoppeld is aan bijvoorbeeld een winkel of kantoor.
De gemeente stelt als voorwaarde wel dat huiseigenaren hiervoor een vergunning aanvragen.

De opkoopbescherming geldt voor vrijwel alle wijken in Arnhem. Alleen ‘rijke’ wijken zoals de Hoogkamp en de Burgemeesterswijk zijn uitgezonderd. In totaal wordt met de maatregel ongeveer tweederde van alle koopwoningen in de stad beschermd.

Met het invoeren van de maatregel volgt de gemeente nieuwe landelijke regels die vanaf 2022 gaan gelden. De nieuwe regels staan opkoopbescherming toe in wijken waar de gemeente kan aantonen dat het opkopen van woningen leidt tot zoveel schaarste dat starters nauwelijks kans maken op een woning.
De regels gelden ook wanneer de leefbaarheid van een wijk onder druk komt te staan.

Wethouder Ronald Paping (GroenLinks, Wonen) ziet de opkoopbescherming als een welkom instrument om iets te doen aan de wooncrisis.
“Hierdoor wordt het voor startende kopers net iets minder moeilijk om een woning te kopen. En het is beter voor de leefbaarheid van een wijk.”

De opkoopbescherming in Arnhem moet formeel nog bekrachtigd worden in de gemeenteraad. Nu al is duidelijk dat een ruime meerderheid van de gemeenteraad de maatregel steunt. Naar verwachting zal de opkoopbescherming in het voorjaar van 2022 van kracht zijn.