ARNHEM – ‘Eigenlijk zou je iedere dag twintig minuten in de natuur moeten doorbrengen. Behalve als je druk bent. Dan minstens een uur.’ Het is een motto dat boswachter Jeroen Glissenaar op het lijf is geschreven. En dus wandelen we ruim een uur door de ruige natuur van Meinerswijk.
(Door: Patrick Arink)
Meinerswijk staat aan de vooravond van een grote transformatie. In een serie artikelen besteedt de Arnhemsche Courant komende tijd aandacht aan verschillende aspecten van het uiterwaardengebied. Vandaag: struinen door Meinerswijk met boswachter Jeroen Glissenaar.
Jarenlang was Jeroen Glissenaar parkwachter in Sonsbeek. Tegenwoordig werkt hij voor Scalabor en geeft hij regelmatig rondleidingen door een van de vele parken in Arnhem.
“Ik was laatst nog in Meinerswijk met een groep Oekraïense jongeren. Die vinden het hier maar netjes aangelegd. Wij hebben het idee dat we de natuur in Meinerswijk haar eigen gang laten gaan, maar wat hen opvalt is dat we hier overal fietspaden hebben.”
Meinerswijk is nu een ruig uiterwaardenpark in ontwikkeling, maar eigenlijk is dat pas een hele recente ontwikkeling.
“Het past in de enorme rijke hoeveelheid aan functies die Meinerswijk gehad heeft. De Romeinen zaten hier natuurlijk, en daarna de edelen in kasteel Meinerswijk. Toen kwamen de steenfabrieken en was Meinerswijk vooral een industriegebied waar veel Arnhemmers werkten. Pas zo’n dertig jaar geleden kreeg een groot deel van dit gebied de rol van natuurgebied.”
Jeroen Glissenaar wijst naar een stuk land met wilde begroeiing.
“Nu heb je hier een gebied met struiken, meidoorns en wat jonge bomen. Maar oorspronkelijk was dit gewoon weiland. Daar zie je nu niets meer van terug. We kunnen in onze straten het onkruid wel tussen de tegels vandaan halen, maar de natuur wint het bijna altijd. Het is onvoorstelbaar als je ziet hoe snel dit gebied verandert. Sonsbeek is vrij statisch, maar Meinerswijk is enorm dynamisch.”
Steltlopers en ijsvogels
Door Meinerswijk lopen Konikspaarden en Galloway-runderen. De paardenpoep en koeienvlaaien zijn overal aanwezig.
Glissenaar: “De grote grazers hebben een belangrijke rol in het natuurbeheer in Meinerswijk. De paarden hebben bloktanden waarmee ze het gras netjes afbijten. De Galloway-runderen nemen met hun tong een hele bos gras in hun bek dat tot de wortel wordt afgerukt. Die twee verschillende vormen zijn belangrijk voor het natuurbeheer.”
Even verderop wandelen we door een laantje met grote bomen.
“Dat zijn zwarte populieren”, legt Jeroen Glissenaar uit. “Het is een inheemse soort die het heel goed doet op natte riviergrond zoals hier. Het geluid van de wind door de populieren is laatst nog bekroond tot meest Nederlandse geluid.”
Links en rechts van het populierenlaantje liggen waterplassen.
Glissenaar: “Even verderop heb je het vogelkijkhuis, maar eigenlijk heb je dat vogelkijkhuis helemaal niet nodig. Je ziet hier overal vogels. Steltlopertjes, ijsvogels, zilverreigers, lepelaars: Meinerswijk is een plek met veel bijzondere vogels.”
Pistoolschot
De waterplassen zijn ontstaan door de steenfabrieken die de grond hebben afgegraven. Later werden de gaten verder uitgediept voor zandwinning en grindwinning.
“Iedere plas is weer anders”, legt Jeroen Glissenaar uit. “Je hebt plassen die worden gevoed door water uit de rivier, maar de plas van Bruil bijvoorbeeld, wordt gevoed door kwelwater. Daarom is dat water zo helder. En een van de plassen is een kolk die meer dan 400 jaar geleden is ontstaan na een dijkdoorbraak. Het water is daar wel dertig meter diep.”
Regelmatig worden er bevers gezien in de waterplassen. Langs het pad wijst Jeroen Glissenaar naar een modderhelling die het water in loopt.
“Weet je wat dat is? Dat is een beverglijbaan. De bevers lopen hier over het pad om van de ene waterplas in de andere te komen. Je kunt het zien aan de moddersporen op het pad. En aan de andere kant van het pad glijdt hij op zijn buik in de modder zo het water in.”
“Bevers zitten niet alleen in Meinerswijk, maar ook aan de overkant in Elderveld. Deze zomer werd de politie gebeld door een vrouw die dacht dat ze pistoolschoten hoorde. Dat bleek een bever te zijn. Als bevers zich bedreigd voelen, klappen ze heel hard met hun staart op het water. Dat klinkt als een pistoolschot.”
Bevers worden nu nog gezien als een aanwinst voor de natuur. Maar volgens Glissenaar gaat dat de komende jaren veranderen.
“Rijkswaterstaat heeft al gewaarschuwd dat bevers over twintig jaar een plaag zullen zijn. Het probleem is dat bevers tunnels graven onder de dijken. En omdat bevers grote beesten zijn, zijn die tunnels een stuk groter dan de tunnels die door muskusratten gegraven worden. En om die reden worden muskusratten ook bestreden. Dat dreigt straks ook te gebeuren met bevers.”
Groene waarden
Meinerswijk wordt door steeds meer mensen gebruikt om te ontspannen en te recreëren.
Jeroen Glissenaar: “Veel grindpaden in het gebied zijn afgelopen jaren geasfalteerd. Wat we zien is dat er misschien wel tien keer meer wandelaars en fietsers gebruik maken van het gebied dan daarvoor. Het is goed dat de toegankelijkheid verbeterd wordt, maar tegelijkertijd bestaat er nog altijd de mogelijkheid om door de natuur te struinen. En dat blijft ook zo.”
Glissenaar: “Het mooie van Meinerswijk vind ik dat je midden in de natuur bent, maar dat je tegelijkertijd in het hart van de stad loopt. Waar je ook bent in Meinerswijk: je ziet altijd wel iets van de stad. De Eusebiustoren, de spoorbrug of de huizen in Elderveld. Hoe uniek dat is, daar staan we als bewoners van Arnhem niet zo bij stil.”
“Hoe belangrijk de groene waarden van Arnhem zijn, werd de gemeente Arnhem pas duidelijk toen Arnhem gastheer was bij een internationale bijeenkomst over groen in de stad in 2006. Daar waren mensen uit steden in Amerika, Rusland, Frankrijk en andere landen die lyrisch waren over de hoeveelheid groen die Arnhem heeft. “Beseffen jullie wel dat al het groen dat Arnhem heeft, enorm veel waarde heeft?”, zeiden zij. Op het gebied van leefbaarheid, vestigingsklimaat, levensverwachting en andere factoren heeft Arnhem door haar ligging wat heel veel andere steden graag zouden willen hebben.”
Doordat de gemeente Arnhem opeens met ‘buitenlandse ogen’ naar het groen in de stad keek, kreeg al het groen opeens ook meer waarde.
Jeroen Glissenaar: “In 2007 moest er enorm bezuinigd worden. Overal was minder geld voor. Behalve voor groen in de stad. Voor groen was ondanks de bezuinigingen meer geld dan daarvoor. De waarde van alle natuur in Arnhem wordt sindsdien door steeds meer mensen in Arnhem gezien.”
Hieronder:
Jeroen Glissenaar maakte een paar jaar geleden voor Citymarketing Arnhem een aantal filmpjes over Meinerswijk. Deel 1 van de vierdelige serie vind je hieronder.
In de serie artikelen over Meinerswijk werd vorige week het eerste artikel gepubliceerd:
Romeinen, Noormannen en een eigen burgemeester: de rijke geschiedenis van Meinerswijk