ARNHEM – Deze week werd bekend dat het nieuwe college van B&W in Arnhem zeven wethouders gaat tellen. Dat is er eentje meer dan afgelopen jaren. De verontwaardiging vanuit de beoogde oppositiepartijen liet niet lang op zich wachten. Is die verontwaardiging terecht? Nou, nee.
(Door: Patrick Arink)
Met twee wethouders voor grootste partij GroenLinks en één wethouder voor D66, Arnhem Centraal, PvdD, PvdA en Volt, zal het nieuwe college van B&W in Arnhem zeven wethouders gaan tellen. Het is een logische uitkomst van de onderhandelingen, maar vanuit de oppositie wordt daar fel tegen geageerd.
Een extra wethouder kost geld. Ongeveer 250.000 euro per jaar. Verschillende partijen vinden dat een onnodige uitgave.
“Er is afgelopen vier jaar nooit een signaal geweest dat zes wethouders onvoldoende was voor Arnhem”, zegt beoogd oppositieleider Steffenie Pape (VVD) in een artikel op de site van Omroep Gelderland dat bedoeld lijkt om ophef te veroorzaken.
In de kop van dit artikel wordt de keuze voor zeven wethouders, met aanhalingstekens “schandalig en onverantwoord” genoemd. In het artikel zelf zijn die woorden niet terug te vinden als citaat.
Maar ís de keuze voor een college van burgemeester en wethouders met in totaal zeven wethouders wel onverantwoord? Welnee, blijkt uit een korte rondgang langs steden met een vergelijkbare omvang. Wie op zoek is naar andere steden met zeven wethouders, hoeft niet lang te zoeken.
Meer taken door decentralisatie
Veel steden met meer dan 150.000 inwoners kennen een college van B&W dat, net als Arnhem afgelopen vier jaar, in totaal zes wethouders kende. Nijmegen, Den Bosch, Enschede hadden allemaal zes wethouders. Maar er zijn voldoende steden met zeven wethouders.
Almere, Zaanstad, Hilversum, Groningen, Apeldoorn: die gemeenten kenden afgelopen vier jaar allemaal een college van B&W kenden met zeven wethouders. Dus zo heel overdreven is de keuze voor zeven wethouders in Arnhem niet.
Veel gemeenten kiezen voor een college met zeven wethouders om recht te doen aan de politieke verhoudingen én omdat er door decentralisatie heel veel extra taken richting gemeenten zijn gegaan.
WMO, Jeugdzorg, Werk en Inkomen zijn een aantal van de (zware) taken die vanuit het Rijk en de provincie in 2015 zijn overgeheveld naar de gemeenten. Meer taken betekent meer werk, en dat leidt tot meer wethouders.
Hoeveel wethouders een gemeente maximaal mag hebben, is bovendien keurig vastgelegd in de Gemeentewet. In Artikel 36 van de Gemeentewet is bepaald dat het aantal wethouders maximaal uit 20 procent van het aantal raadsleden mag bestaan. Voor Arnhem komt dat neer op acht wethouders: eentje meer nog dan nu in de planning zit.
