Soldaten van de 101st Airborne Division houden vanaf de Rijkdijk bij Heteren de overkant van de rivier in de gaten.

Longread: De bizarre verkenningstocht van zes soldaten van de 101st Airborne Division na de Slag om Arnhem

/

ARNHEM – Het is een bizar verhaal, maar het is waar gebeurd. Een maand na het einde van de Slag om Arnhem kregen zes Amerikaanse soldaten de opdracht om ten noorden van de Rijn twee Duitse krijgsgevangenen te maken. De patrouille keerde een dag later terug met 32 krijgsgevangen Duitsers.

(Door: Patrick Arink)

De bizarre verkenningstocht vond eind oktober 1944 plaats, maar we beginnen het verhaal een maand eerder bij het einde van de Slag om Arnhem. De Slag om Arnhem eindigde officieel op 25 september 1944 met de terugtocht van de Britse airborne divisie over de Rijn. Het einde van de Slag om Arnhem betekende echter niet het einde van de gevechten. Er is in de regio Arnhem nog maandenlang zwaar gevochten.

Het bekendste gevecht in het najaar van 1944 vond plaats tussen Heteren en Randwijk. De Amerikaanse 101st Airborne Division was hier begin oktober 1944 naar toe verplaatst om “The Island” te verdedigen. The Island was de naam die de Amerikanen gaven aan het gebied tussen de Waal en de Nederrijn.

Monument ter ere van de 101st Airborne Division bij landgoed Schoonderlogt in Elst. De man op de foto op het monument is majoor Dick Winters.

Dick Winters valt aan

Op 5 oktober 1944 stuitte een patrouille van het 501st Parachute Infantry Regiment van de divisie bij Heteren onverwacht op 300 Duitse soldaten die vanuit Renkum zojuist de Rijn waren overgestoken. De aanval speelt een prominente rol in de tv-serie Band of Brothers.

Majoor Dick Winters had met een patrouille van ongeveer vijftig soldaten net een Duitse stelling ten zuiden van de rivier onschadelijk gemaakt, toen hij door Duitse troepen iets verderop onder vuur werd genomen.
Winters: “We konden niet blijven waar we waren en ik vertikte het om mijzelf terug te trekken. Dus ik besloot aan te vallen. Het initiatief aan de vijand geven was voor mij niet te verdedigen.”

De Duitsers lagen 200 meter verderop achter een dijk. Om hoeveel Duitsers het ging was een raadsel, maar Winters gaf zijn mannen opdracht om een bajonet op hun geweer te plaatsen en onder dekking van rookgranaten naar voren te rennen.

Majoor Winters zelf was als eerste bij de dijk.
Winters: “Goeie God! Vlak voor mij stond een schildwacht op de uitkijk. Rechts van hem lag een massieve massa infanterie, allemaal opeengepakt achter de dijk in hun dikke lange winterjassen. De schildwacht was slechts drie of vier meter verwijderd. Na al die jaren zie ik hem nog steeds naar me glimlachen terwijl ik boven op de dijk stond. Het was niet nodig om gericht te schieten. Ik schoot gewoon vanuit de heup.”

Nadat Dick Winters de schildwacht had gedood, draaide hij eenvoudigweg naar rechts om op de soldaten die daar lagen te schieten.
“Ik heb meteen de eerste clip van acht kogels leeggeschoten. Ik kon inmiddels zien dat enkele Duitsers hun geweren tegen hun schouders gooiden om op mij te schieten, maar het grootste deel van de soldaten rende gewoon weg.”

Winters had inmiddels versterking gekregen van de rest van de patrouille. Het werd een slachtpartij.
“Ik schat het aantal vijandelijke slachtoffers op vijftig doden, elf gevangengenomen en talloze gewonden. Ik heb geen idee hoe we het overleefd hebben. We hebben enorm veel geluk gehad. Waarschijnlijk hadden we met meer dan 300 Duitsers te maken.”

Amerikaanse soldaten schieten op een Duitse scherpschutter in de buurt van Driel.

Krijgsgevangenen maken

Het gevecht op de dijk bij Heteren was voor de Amerikanen een duidelijke waarschuwing dat de Duitsers niet van plan waren om zich bij een nederlaag neer te leggen. Dat was ook het signaal dat Britse soldaten gaven die tijdens Operatie Pegasus op 23 oktober 1944 naar de geallieerde linies waren ontsnapt.

De Amerikanen wilden graag weten wat de Duitsers van plan waren. Vanuit het hoofdkwartier van de 101st Airborne Division was daarom al een paar keer opdracht gegeven om aan de noordkant van de Rijn een paar Duitse krijgsgevangenen te maken om hen te ondervragen.

Luitenant Hugo Sims had als inlichtingenofficier al verschillende bataljons de opdracht gegeven om zo’n patrouille uit te voeren, maar dat had geen resultaat opgeleverd.
Sims: “Soldaten die op patrouille werden gestuurd vroegen zich af waarom ze hun leven moesten riskeren. Er was een sterk gevoel dat deze patrouilles niet nodig waren. Een van de patrouilles maakte zelfs gaten in de rubberboten die moesten worden gebruikt om de rivier over te steken, zodat de patrouille moest worden afgeblazen.”

Sims besloot om dan maar zelf een patrouille naar de noordkant van de Rijn op te zetten om twee Duitse soldaten krijgsgevangen te maken. Sims was vastbesloten om te laten zien hoe het moest:
Je steekt ’s nachts de rivier over. Je sluipt in het donker tussen de Duitse linies door. Je verstopt je overdag in een huis dat fungeert als observatiepost. Vijandelijk verkeer geef je per radio door. Je maakt een paar krijgsgevangenen en in het donker keer je een dag later weer terug.

Hoe moeilijk kan het zijn!

Sims had op luchtfoto’s een huis uitgezocht langs de Arnhemseweg, acht kilometer ten westen van Arnhem. Dat huis kon als observatiepost dienen. En met een beetje mazzel bivakkeerden er ook een paar Duitse soldaten zodat hij meteen twee krijgsgevangenen had.

Sims koos vier vrijwilligers uit zijn eigen inlichtingenafdeling om met hem op pad te gaan. Het team werd aangevuld met Sergeant Peter Frank. Frank was geboren in Oostenrijk en sprak vloeiend Duits. Sergeant Frank wist niets van verkenning, maar was blij met de kans om mee te gaan.

Lichtkogels

In twee rubberbootjes gingen de zes soldaten in de nacht van 29 op 30 oktober op pad. Als startpunt was gekozen voor de plek waar een paar weken eerder het gevecht van Dick Winters plaatsvond, ten westen van Heteren. De oversteek was zonder problemen verlopen, maar toen de mannen tussen de Duitse linies doorkropen, gingen er lichtkogels omhoog.

Bob Nicholai, een doorgewinterde verkenner: “We stonden onmiddellijk stil als standbeelden. De ene na de andere lichtkogel ging omhoog. We durfden ons niet te bewegen.”

De mannen konden de Duitsers aan weerszijden van hen horen. Sergeant Peter Frank vertaalde fluisterend wat de Duitsers zeiden. “Waarom de lichtkogels?” vroeg een zenuwachtige Duitser. “Iemand heeft iets gehoord”, kreeg hij als antwoord.
De Amerikaanse patrouille werd echter niet ontdekt en nadat de lichtkogels uitdoofden vervolgden de zes mannen stilletjes hun weg.

Midden in een veld troffen de Amerikanen even later een verlichte tent aan. Dikke kans dat daar een Duitse officier lag te slapen, maar luitenant Sims vond het te vroeg om nu al krijgsgevangenen te maken. De tent werd met rust gelaten en de patrouille vervolgde zijn weg naar het noordoosten.

Nadat ze door weilanden en bos waren gelopen, kwamen de Amerikanen uit bij een parkeerplaats vol Duitse voertuigen. Ondanks smeekbeden van de soldaten sprak Sims zijn veto uit: er werd géén auto gestolen. Ze gingen lopend verder. Wel werd de parkeerplaats op een stafkaart genoteerd. Daar kon de Amerikaanse artillerie later een paar granaten op afvuren.

De groep bevond zich inmiddels in de buurt van Wolfheze. Tegen de tijd dat Sims en zijn mannen de spoorlijn passeerden, was de sfeer in de groep jolig. Bob Nicholai kauwde nonchalant op wortels die hij in een moestuin had gevonden en sergeant Peter Frank was in het Duits aan het babbelen tegen de vijf andere mannen in de groep. De mannen verstonden geen woord wat hij zei, maar toen hij vervolgens het Duitse lied ‘Lili Marlene’ inzette, zong iedereen mee.

Dit is het huis aan de Arnhemseweg waar de patrouille haar observatiepost inrichtte.

Observatiepost en 2 krijgsgevangenen

Ondanks het oponthoud door de lichtkogels bereikten de Amerikanen ruim voor zonsopgang het beoogde huis dat als observatiepost moest dienen. Maar bij het huis kreeg Sims bedenkingen. Het huis was verlaten. Misschien dat er verderop langs de weg een huis stond waar Duitsers zaten.

Inderdaad trof de patrouille in het volgende huis twee slapende Duitse soldaten aan. De Duitsers werden gewekt met de mededeling dat ze krijgsgevangene waren. De zes mannen namen hun intrek in het huis. Sims ging met een van de soldaten naar zolder om via de radio te melden dat ze een huis hadden gevonden en dat ze twee krijgsgevangenen hadden gemaakt. Drie soldaten hielden de straat in de gaten en Peter Frank ondervroeg ondertussen de twee krijgsgevangen Duitsers.

De Duitsers konden niet geloven dat ze krijgsgevangen waren gemaakt, ruim zes kilometer achter het front. Maar sergeant Frank verzekerde hen dat het toch echt zo was en dat ze die nacht meegenomen zouden worden naar de Amerikaanse linies aan de zuidkant van de rivier.

De twee Duitsers vertelden dat ze die ochtend zouden worden opgepikt. Inderdaad verscheen er om zeven uur ’s ochtends iemand aan de deur. Maar dit was de zoon van de oorspronkelijke bewoner van het huis. Net als Arnhem was ook de omgeving van Wolfheze gedwongen geëvacueerd. De zoon had toestemming gekregen om even terug te gaan naar huis om spullen op te halen.

De jongen had informatie over Duitse eenheden en posities die luitenant Sims via de radio meteen doorstuurde naar het hoofdkwartier. De jongen kreeg te horen dat hij in het huis moest blijven tot de Amerikanen vertrokken. Ondertussen kwamen er de hele ochtend konvooien met Duitse vrachtwagens en artillerie voorbij richting Arnhem. Ook dat gaf Sims via de radio door aan het hoofdkwartier.

Het aantal krijgsgevangenen was inmiddels al opgelopen naar zeven. Eerst was er een Duitser die zijn paarden op het erf water wilde geven. Daarna kwam een militaire postbode langs. Vervolgens waren er twee Duitse soldaten die het huis wilden gebruiken om hun dienst een paar uur te ontlopen en tot slot kwam er een Duitser met paard en wagen om de eerste twee Duitsers op te halen.

Vervoer

Luitenant Sims besloot tegen het vallen van de avond dat zeven krijgsgevangenen misschien een beetje lastig was om lopend terug te voeren naar de zuidkant van de Rijn. Het is één ding om als groep van zes door vijandelijke linies te sluipen, maar met ruim een dozijn?

Terwijl hij vanaf de kant van de weg onder schot werd gehouden door de Amerikanen, werd de Duitse postbode op de weg gezet met de opdracht om een Duitse truck aan te houden. Het eerste wat voorbij kwam, was een hele compagnie Duitse soldaten op gestolen Nederlandse fietsen.
“Gutenabend”, riep de Duitse postbode terwijl de Duitsers langs fietsten.

Even later kwam een Duitse motorrijder voorbij. Zonder dat de Duitse postbode iets gezegd had, stopte de motorrijder uit zichzelf. Hij kende de postbode met wie hij eerder in een regiment aan het oostfront had gevochten. De motorrijder was krijgsgevangene nummer acht.

Ten slotte hield de postbode eindelijk een vrachtwagen aan. De patrouille had eindelijk haar transport! Maar de verrassing was groot toen de Amerikanen het zeildoek aan de achterkant van de truck openden. Achterin de vrachtwagen zaten dertien dommelende SS-soldaten.

Luitenant Sims gaf het bevel om de slaperige SS’ers te ontwapenen en de andere krijgsgevangenen uit het huis te halen. Luitenant Sims en sergeant Frank gingen naast de chauffeur in de cabine zitten terwijl de rest van de Amerikanen samen met alle krijgsgevangen Duitsers zich in de laadruimte van de vrachtwagen propte.

De Amerikanen waren amper op weg toen ze werden klemgereden door een Duitse Kubelwagen. Daarin zat een Duitse kapitein die zich afvroeg waarom ‘zijn’ SS-soldaten opeens de andere kant uit reden. De Duitse kapitein en zijn chauffeur werden eenvoudig ontwapend en als krijgsgevangene achterin de truck geplaatst.

Een deel van de Duitse krijgsgevangenen bij aankomst in Heteren.

Lopend verder

Terwijl ze richting Arnhem reden, maakte Sims de chauffeur duidelijk dat hij de hoofdweg moest verlaten en een paadje aan de rechterkant van de weg moest nemen. De chauffeur deed wat hem gevraagd werd, maar na een paar honderd meter kwam de truck vast te zitten in de modder.

Iedereen stapte uit om lopend verder te gaan. De SS-kapitein zag zijn kans en rende weg. De Amerikaanse soldaat Bob Nicholai zette meteen de achtervolging in. Even later klonken er twee schoten uit Nicholai’s machinepistool. Nicholai keerde kort daarna terug met de ongedeerde SS-kapitein op sleeptouw.

Luitenant Sims zette de omvangrijke groep Duitse krijgsgevangenen op een rij. Aan sergeant Frank gaf hij de opdracht om in het Duits tegen de krijgsgevangenen te zeggen dat het een stuk eenvoudiger was om ze ter plekke dood te schieten dan om ze mee te nemen naar de Amerikaanse linies. Hij was niet van plan om de Duitsers neer te schieten, maar dat is wel wat hij zou doen als er nog een ontsnappingspoging kwam of als er onnodig lawaai gemaakt werd.

De woorden van Sims hadden effect. De rest van de tocht waren er geen problemen meer.

Na een paar uur bereikte de omvangrijke groep Renkum. Omdat het nog maar een paar uur zou duren voordat het daglicht zou zijn, besloot Sims het risico te nemen om dwars door het centrum van het dorp te marcheren.
Sims: “De Duitsers hadden van die laarzen met spijkers die veel lawaai maakten. Mensen zouden waarschijnlijk denken dat het gewoon een groep Duitsers was die op weg waren naar de frontlinies. Weet je, als je brutaal bent, doe je het veel beter.”

Eenmaal veilig door Renkum, was er nu nog één probleem: tussen het dorp en de afgesproken plek langs de rivier lagen Duitsers in schuttersputjes de rivieroever te bewaken. Als waakzame, goed bewapende herders dreef de patrouille de 24 gevangenen door een straat die rechtstreeks naar de Nederrijn leidde.

Luitenant Sims: “We konden Duitse soldaten daar in schuttersputjes aan de rand van de rivier zien. Ik rende naar één schuttersputje en zonder dat ik een bevel gaf, renden twee van mijn mannen naar de twee andere schuttersputjes.”

Op die manier werden nog eens acht Duitsers krijgsgevangen gemaakt. De zeskoppige Amerikaanse patrouille telde nu 32 krijgsgevangenen.

Nadat Sims via lichtsignalen de Amerikanen aan de zuidkant van de rivier had geseind, werden er rubberbootjes naar de overkant gestuurd. In totaal moesten de bootjes elf keer heen en weer varen om alle krijgsgevangenen over te zetten.

Soldaten van de patrouille brengen na terugkomst verslag uit aan een journalist van Life Magazine.

“Mijn felicitaties!”

Het eerste compliment dat luitenant Sims kreeg, kwam van de SS-kapitein die had geprobeerd te ontsnappen.
“Toen ik doorhad wat je van plan was, dacht ik niet dat het je zou lukken. Maar je hebt het voor elkaar gekregen. Mijn felicitaties!”

Luitenant Sims en zijn team werden bij terugkomst overladen met lof en bewondering. Generaal Taylor nodigde Sims uit voor een diner om persoonlijk te horen over de patrouille, en alle soldaten die deelnamen werden onderscheiden. De hoogste onderscheiding ging naar Sims, die het Distinguished Service Cross ontving. Bovendien werd hij gepromoveerd tot kapitein.

Uit de ondervragingen van de krijgsgevangenen bleek dat de Duitsers geen enkele ambitie meer hadden om de geallieerden weg te jagen van ‘The island’. Daarop werd de Amerikaanse 101st Airborne Division teruggetrokken om op krachten te komen.

Tegen de tijd dat het Amerikaanse publiek in de uitgave van het tijdschrift Life van 15 januari 1945 voor het eerst over ‘The Incredible Patrol’ las, was de divisie al een maand lang volop in gevecht tijdens het Ardennenoffensief.

Hugo Sims overleefde de oorlog. Hij was later lid van het Huis van Afgevaardigden in Washington. Sims overleed op 82-jarige leeftijd in 2004.

Hieronder:
Dit is de route die de Amerikaanse verkenningspatrouille volgde.