Longread: de Romeinen waren helemaal geen rare jongens

/

ARNHEM – Anders dan Obelix vindt, waren de Romeinen helemaal geen rare jongens. Dus toen de Romeinen aan het begin van onze jaartelling via het water Germania wilden binnenvallen, verzamelden zij hun troepen op de plek waar twee rivieren samen kwamen: in Meinerswijk. De restanten van het Romeinse castellum in Meinerswijk herinneren aan vier eeuwen Romeinse aanwezigheid in deze streek.

(Door: Patrick Arink)

De Germanen hadden de Romeinen in 9 na Christus in het Teutoburgerwoud ongenadig in de pan gehakt. Maar liefst 3 Romeinse legioenen, zo’n 18.000 legionairs, waren bij een Germaanse hinderlaag om het leven gekomen.

Zeven jaar later besloot de Romeinse legerleider Germanicus om de Germanen een lesje te leren. Met 80.000 soldaten landde hij met duizend schepen in de Eems in Noord-Duitsland voor een bloedige en wraakzuchtige veldtocht. Die veldtocht begon hoogstwaarschijnlijk in Meinerswijk.

We weten dit door de woorden van de Romeinse geschiedschrijver Tacitus. Hij schreef over de voorbereidingen van de veldtocht:

“Duizend vaartuigen schenen voldoende. Als verzamelpunt werd het eiland van de Bataven gekozen, vanwege zijn gemakkelijke landingsmogelijkheden. Vandaar uit koerste Germanicus over het water en de zee naar de Eems.”

Het ‘eiland van de Bataven’ waar Tacitus het over heeft, is de Betuwe. De naam ‘Betuwe’ is ook afgeleid van het woord ‘Bataven’. De Betuwe werd door de Romeinen gezien als een eiland vanwege de Waal aan de zuidkant en de Rijn aan de noordkant.

En aan die noordkant werd op de toenmalige kruising van de Rijn en de IJssel een groot Romeins fort gebouwd, met voldoende plek voor ongeveer 500 soldaten. De eerste sporen van dat Romeinse castellum in Meinerswijk werden gevonden tijdens een veldverkenning door de Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek in 1979.

Natte voeten

De belangrijkste vondst die in 1979 werd gedaan, was een brok tufsteen van 57 bij 11 centimeter. No big deal, zou je denken. Gewoon een stuk steen. Maar archeologen wisten meteen dat dit betekende dat er belangrijke Romeinse resten in de bodem moesten zitten. Tufsteen komt hier van nature niet voor, terwijl bekend was dat de Romeinen al hun legerkampen bouwden met tufsteen uit Duitsland.

Naast tufsteen werden er ook grachten en een grindpad blootgelegd. Voor de archeologen was het duidelijk: hier moest een Romeins fort gestaan hebben. Sterker nog. Aanvankelijk werd door de archeologen geopperd dat het hier ging om Castra Herculis.

Een castra is een Romeins legerkamp dat plaats bood aan 10.000 soldaten. Castra Herculis wordt in de buurt van Nijmegen aangegeven op een kopie van een oude Romeinse kaart. Lang is gedacht dat het Romeinse kamp in Meinerswijk dit illustere castra Herculis was. Inmiddels weten we echter dat castra Herculis waarschijnlijk nog steeds ergens in de omgeving onder meters rivierklei te wachten ligt op ontdekking. In Meinerswijk ligt het in ieder geval niet.

Het duurde nog tot 1991 voor er een serieuze opgraving plaatsvond in Meinerswijk en er meer bekend werd over het castellum dat hier gestaan heeft. Bij de opgraving onder meters rivierklei werden onder andere restanten blootgelegd van het hoofdkwartier van de commandant en van een van de toegangspoorten van het fort.

Veel archeologische vondsten waren in goede staat, maar er werd ook heel veel niet gevonden. Dat heeft alles te maken met de rivier, aldus stadsarcheoloog Martijn Defilet.
“De rivier en klei zorgt aan de ene kant voor een hele goede conservering, maar aan de andere kant zorgt het ook van erosie.”
Er is door overstromingen in het gebied heel veel Romeinse geschiedenis die in de loop der eeuwen door de rivier werd weggespoeld.

Ook de Romeinen hadden in de vier eeuwen dat zij in Meinerswijk bivakkeerden regelmatig last van overstromingen, aldus Martijn Defilet.
“Uit de opgravingen weten we dat de Romeinen tegen wateroverlast moesten strijden. Iedere keer dat er weer een overstroming was, moesten ze weer een pakket klei aanbrengen om droge voeten te houden.”
In totaal werd de plek waar het castellum stond meer dan twee meter opgehoogd.

Het unieke aan de plek waar het castellum in Meinerswijk stond, is dat de omgeving er nog vrijwel hetzelfde uitziet als 2.000 jaar geleden. Nog steeds ligt het Romeinse castellum aan de rivier en nog steeds wordt de plek waar het castellum stond regelmatig overstroomd bij hoogwater.


De samenzwering van de Bataven onder Claudius Civilis, op een schilderij van Rembrandt.

Bataafse opstand

Uit de opgravingen uit 1991 en 1992 blijkt dat het castellum meermalen opnieuw is gebouwd. Zo troffen archeologen een brandlaag aan waaruit blijkt dat het fort volledig door brand verwoest werd. Die brand is exact te dateren.

Tijdens de Bataafse opstand in 69 na Christus branden de Bataven alle Romeinse nederzettingen in deze omgeving plat. De Bataven waren in dienst van de Romeinen, maar kwamen in opstand nadat ze werden gedwongen meer manschappen te leveren aan het Romeinse leger.

Nadat de Bataafse leider Julius Civilis Nijmegen en de belangrijke Romeinse stad Xanten had verwoest, rukte hij op naar Belgica. Dat was het moment dat de maat vol was voor de Romeinse keizer Vespasianus. Met een flinke militaire overmacht werden de Bataven op de knieën gedwongen en keerde het Romeinse gezag in deze streek weer terug.

Het castellum in Meinerswijk werd weer herbouwd. Deels in steen en deels in hout. Het castellum in Meinerswijk maakte inmiddels onderdeel uit van de Romeinse Limes. Nadat het niet lukte om Germania te veroveren, werd de Rijn ingesteld als noordgrens van het Romeinse rijk. Naast het al bestaande castellum in Meinerswijk, verrezen langs de rivier zo’n twintig andere forten om die noordgrens te beschermen en te bewaken.

Schanskorven

De principia die in Meinerswijk is opgegraven, is met 34 bij 38 meter de grootste die is teruggevonden. Alleen het castellum in het Duitse Dormagen heeft een principia die groter is. De dakpannen die zijn teruggevonden, zijn gefabriceerd bij de Romeinse pottenbakkerij in Berg en Dal. Na de Romeinse tijd duurde het tien eeuwen voordat de gebakken dakpan op grote schaal weer in deze omgeving geproduceerd werd.

Al die Romeinse forten hadden min of meer dezelfde structuur en dezelfde indeling. Daardoor weten we ondanks het gebrek aan archeologisch bewijs redelijk goed hoe het castellum in Meinerswijk eruit moet hebben gezien en hoe groot het was.

Het castellum in Meinerswijk was ongeveer 170 meter lang en 105 meter breed. Dat is een stuk groter dan de visualisatie die in 2016 in Meinerswijk is aangebracht. Met schanskorven is precies op de plek waar het fort stond, de plattegrond van de Principia, het hoofdkwartier van de commandant, als blijvende herinnering neergezet.

Die visualisatie kwam er niet zonder slag of stoot. Net zoals in de tijd van de Romeinen, overstroomt het gebied nog steeds. Rijkswaterstaat was bang dat een reconstructie van de Romeinse bebouwing het rivierwater teveel zou hinderen.

Martijn Defilet: “Bezoekers zeggen soms wel eens: waarom kun je dat hele fort niet reconstrueren. Dat kunnen wij hier niet, want bouwen in de uiterwaarden is niet toegestaan. Dus we hebben niet alle muren kunnen visualiseren, maar alleen de muren die het water niet teveel blokkeren als de Rijn zijn weg door het gebied zoekt.”

Naast de principa, zijn met schanskorven ook een paar hoekpunten van het castellum en een toegangspoort gevisualiseerd.

Waar is de vicus?

Ondanks alles wat we inmiddels weten over het castellum in Meinerswijk, is er nog altijd heel veel wat we niet weten. Zo moet er ergens rond het castellum een vicus gestaan hebben: een dorp. Romeinse soldaten brachten hun gezinnen mee als ze ergens gelegerd waren. Die gezinnen leefden buiten het legerkamp in een eigen nederzetting.

Bij andere castella in Nederland werden restanten van een vicus teruggevonden. In sommige gevallen groeide de vicus uit tot een dorp dat we nog steeds kennen. Ook ergens in de buurt van het castellum in Arnhem moet zo’n vicus gestaan hebben. Maar waar? Sporen liggen nog altijd verborgen onder meters klei.

Het lijkt waarschijnlijk dat de vicus bewoond is gebleven nadat de Romeinen in de vierde eeuw uit deze streek vertrokken. Zeker is in ieder geval dat er in de vroege middeleeuwen, in de tijd van de Franken, in Meinerswijk een nederzetting was. De kans is groot dat die nederzetting een voortzetting was van de Romeinse vicus die hier al eeuwenlang stond. De nederzetting in Meinerswijk moet voor die tijd een behoorlijke omvang hebben gehad. Het dorp in Meinerswijk was in de negende eeuw in ieder geval groot en belangrijk genoeg voor de Noormannen om te plunderen.

Iets wat ook in de omgeving van het castellum moet hebben gestaan en waarvan geen resten zijn teruggevonden, is een haven. Het is niet voor niets dat de Romeinen hun forten aan de rivier bouwden. Dat had aan de ene kant te maken met de natuurlijke barriere die de rivier vormt, maar aan de andere kant was de Rijn voor de Romeinen wat de A12 voor ons is: het was een snelweg voor mensen en goederen.

In Utrecht zijn bij de opgravingen van een castellum resten teruggevonden van een Romeins marineschip. Er moeten veel van dit soort schepen patrouille hebben gevaren op de Rijn en de Waal. Wellicht dat er ook ergens in Meinerswijk nog restanten van zo’n schip liggen te wachten op ontdekking.


Reconstructie van castellum Matilo bij Leiden. Het castellum bij Meinerswijk moet er ook ongeveer zo hebben uitgezien.

UNESCO Werelderfgoed

De aandacht voor de Romeinse geschiedenis heeft een flinke boost gekregen nu castellum Meinerswijk samen met de rest van de Romeinse limes is betiteld tot Werelderfgoed door de UNESCO. Deze keten van 41 archeologische monumenten ligt voor het grootste gedeelte onder de grond, maar in Arnhem wordt net zoals op veel andere plekken aan de Limes, geprobeerd het verleden naar boven te halen.

Een van de voorwaarden die de UNESCO stelde, is dat er werk gemaakt wordt van de zichtbaarheid van de Romeinse limes. In Arnhem gebeurt dat op verschillende manieren. Vanzelfsprekend is er de visualisatie in Meinerswijk zelf, maar er is meer.

Martijn Defilet: “Ik zou mensen willen adviseren om hun route te starten bij de Romeinse tuin in Elderveld. Die Romeinse tuin is eigenlijk ontstaan toen wij bezig waren met de nominatieproces van de UNESCO. Leden van de tuinbouw vereniging en inwoners van Elderveld vonden dat zo interessant, dat ze op eigen initiatief een Romeinse tuin hebben ingericht.”

De Romeinse tuin bestaat uit groenten, kruidengewassen en fruitsoorten die ook in de Romeinse tijd hier werden verbouwd. Een aantal van die gewassen is door de Romeinen hier geïntroduceerd.
Bij de Romeinse tuin zijn informatiefolders en wandelgidsen te vinden met meer informatie over het castellum in Meinerswijk.

“De wandelgidsen gaan niet alleen over het Romeinse verleden van Meinerswijk”, vertelt Martijn Defilet. “Meinerswijk is een stapeling van verschillende lagen geschiedenis. Er zijn ook restanten van de IJssellinie uit de koude oorlog te vinden en ooit stond in Meinerswijk het kasteel Meinerswijk. Je kunt de baksteenindustrie vanaf de late negentiende eeuw ervaren. Als je Meinerswijk inloopt, en je wilt alle lagen van de geschiedenis zien, dan ben je zo een paar uur onderweg.”