Mascha Halberstad: ‘Arnhem wordt animatiecentrum van Nederland’

/

Hoe staat het met het creatieve klimaat in Arnhem? Er wordt altijd gekeken naar beleidsmakers en instellingen. In de media wordt er vooral veel gepraat over gebouwen. Maar de kunstenaars komen nooit zelf aan het woord. Dat is eigenlijk gek. Daarom wil Standplaats Arnhem van de creatieve en culturele makers zelf horen hoe ze de stad ervaren. Vandaag Mascha Halberstad, maakster van de avondvullende animatiefilm Knor.

(Door: Leendert Douma)
(Foto: Sophie Vermeulen)

Ze maakte een dwarse videoclip voor The Prodigy, stal de harten met Hummimummi en Oessiepoessi en won prijzen met haar korte film Munya in me. Nu verovert Mascha Halberstad de wereld met haar avondvullende animatiefilm Knor (Oink in het Engels). Daarvoor bouwde ze haar eigen filmstudio: Holy Motion. Die moet van Arnhem het stop-motion animatiecentrum van Nederland gaan maken. Van heinde en verre komen animators om fotootje voor fotootje aan films te werken. Het is monnikenwerk – twaalf foto’s voor één seconde film – maar de regisseuse laat haar poppen echt acteren.

Vanaf het moment dat Mascha Halberstad (Aachen, 1973) het woord ‘kunstacademie’ hoorde, wilde ze daar naartoe. “Eigenlijk belandde ik toevallig in Arnhem, maar het voelde goed. Dus toen ik in 1995 afstudeerde, ben ik hier gebleven.” Ze is – behalve een korte periode in een oude boerderij in Ederveen – nooit meer weggegaan. Ze woonde lang in een van de vervallen huizen op de Hommelseweg.

“Nu zijn het mooie panden geworden, maar toen was het dramatisch! We hadden paddenstoelen in de badkamer, want die was half buiten. Mijn huis was volledig uitgebrand voordat ik er kwam wonen. We hebben de vloer maar omgedraaid, want die was helemaal verkoold. Mijn overbuurman was een echte Klarendaller. Hij zat onder de tatoeages. Hij schopte altijd de zwervers uit mijn auto. Ik kwam ook weleens thuis en dan stond er iemand met m’n tv in de handen. Dan zei ik: Laat die maar staan. Tot ziens!”

Ze heeft het er zeven jaren volgehouden. Het was de tijd dat ze voor Waskracht! en Villa Achterwerk van de VPRO werkte. De animaties maakte ze thuis, in een keldertje en in haar woonkamer. Zo deed ze dat in alle huizen in Arnhem, ook in het pand op de Raapopseweg waar ze nu woont. Mascha Halberstad: “Het was heel heftig! Ik woonde met mijn zoontje Felix zo’n beetje tussen de filmsets. Dus eigenlijk was ik er 24 uur per dag mee bezig. Je maakt er wel mooie films van, hoor. En Felix vond het allemaal fantastisch. Maar het is niet goed voor je leven.”

Heel meta

Tijdens de plannen voor Knor stuitte ze op een oude garage aan de Rosendaalsestraat. In de Tweede Wereldoorlog stonden er Duitse pantservoertuigen. “Het is een gebouw uit 1932, geen monument maar wel een van de eersten in Nederland met een betonnen dak”, legt de regisseuse uit.

“Het is ideaal: vlakbij mijn huis en groot genoeg om er met zo’n vijftien man te werken. Dit moet uitgroeien tot hét animatiecentrum van Nederland. Nu is het de grootste studio van Noord-Europa. Ik kan eindelijk een plek bieden waar we onze kennis doorgeven aan nieuwe talenten.”

Samen met producer/zakelijk leider Marleen Slot wist ze in 2018 geld bij elkaar te krijgen om het pand te kopen. Maar toen moest het nog helemaal worden verbouwd. Dat gebeurde tegelijk met het opnemen van Knor, zo vertelt Halberstad. “Het was heel meta. We bouwden aan een groot huis, maar ook aan de huisjes op de filmset. Hetzelfde werk, maar dan in miniatuur.”

Mega-compliment

De voorbereiding plus de productie van Knor heeft bij elkaar zo’n zeven jaar geduurd. De film is een bewerking van het boek De Wraak van Knor, van kinderboekenschrijfster Tosca Menten. De regisseuse wilde eigenlijk De Griezels van Roald Dahl gebruiken, maar de rechten daarvoor zouden niet te betalen zijn.

Mascha Halberstad: “Ik ben toen naar de Arnhemse Kinderboekwinkel gegaan met de vraag: Ik wil een film maken met een Roald Dahl-achtig verhaal. Wat kun je mij aanbevelen? Monica Meijer kwam toen met De Wraak van Knor. Ik was meteen verkocht. Scenarioschrijfster Fiona van Heemstra heeft er best wel wat nieuwe elementen en lagen in gebracht, maar de kern is gebleven. Tosca Menten heeft zelfs gezegd dat ze de film leuker vindt dan het boek. Dat is toch een mega-compliment?”

Steeg-setting

Het verhaal schuurt inderdaad op Dahl-achtige wijze. Het gaat over een meisje dat van haar opa geen puppy, maar een biggetje krijgt. Stiekem heeft hij snode plannen met het lieve diertje. Hij wil een worstenmakercompetitie winnen! Maar dat loopt natuurlijk helemaal anders. Het speelt zich allemaal af in een zonnige nieuwbouwwijk uit de jaren vijftig of zestig van de vorige eeuw.

Mascha Halberstad: “Ik wilde een Nederland neerzetten zoals wij provincialen het kennen, niet de toeristen. De setting is bijna een-op-een een wijk in De Steeg. Daar kwam ik terecht toen ik ging rondrijden en fotograferen voor inspiratie. De kerktoren komt uit Lathum, maar dat is toeval. Die foto heb ik van Google geplukt. Ik vond ‘m mooi en geschikt voor de film.”

Beetje rommelaar

“Ik had een fantastisch team van animators om me heen”, vertelt de regisseuse. “Ze hebben heel veel eigen ideeën ingebracht. Daarmee gaat alles een niveau omhoog. Mijn persoonlijke standaard is op technisch gebied niet zo hoog. Zelf ben ik een beetje een rommelaar. Het gaat mij om hele andere dingen, zoals acteren en emoties overbrengen. De interactie met de stemacteurs vind ik ook heel belangrijk. Die acteurs en de animators hebben hier op de set met elkaar scènes zitten maken. Het maakt de film vloeiend, levendig.”

Dat blijkt te werken. Knor was een instant succes op het Filmfestival in Berlijn en kreeg in Nederland maar liefst drie Gouden Kalveren, voor Beste Regie, Beste Film en Beste Production Design. Dat Knor zo goed zou worden ontvangen, had Mascha Halberstad nooit verwacht. “Ik heb me daar ook nooit mee bezig gehouden. Ik genoot van het proces van maken. Het was een teamprestatie in coronatijd waar ik enorm trots op ben! Het was een hele hechte club. Iedereen was een beetje verdrietig toen het werk er op zat.”

Knokken

Een film is eigenlijk ook zo vluchtig, vindt Halberstad. Als ‘ie voorbij is, is ‘ie voorbij. Een gebouw is voor altijd. Ze hoopt in haar verbouwde studio nog veel meer mooie dingen te maken. Dat doet ze het liefst met ‘haar’ team, dat nu helemaal op elkaar is ingespeeld, maar ook met nieuwe talenten. Ook Arnhemse jonge talenten, wat haar betreft.

“Contacten met ArtEZ zijn er niet veel, maar bij ROC Rijn IJssel zitten interessante studenten. Die zie ik bijvoorbeeld in Focus bij Gelders Doek. Veel stromen er door naar de Filmacademie. Ze doen meestal live-action en geen animatie, maar misschien kunnen we een connectie maken. Mijn hoop ligt bij de huidige generatie. Die weet weer wat knokken is. Veel jonge makers waren dat een beetje verleerd.”


Dit is deel 7 uit een reeks van 15 interviews. Begin 2023 worden alle verhalen gepresenteerd in een mooi uitgegeven bundel, een expositie en een evenement in Rozet. De publicatie is alleen via intekening te verkrijgen, het boek kom niet in de boekhandel. Wil je alvast intekenen? Mail dan Arno de Blank: a.blank3@upcmail.nl.

Eerdere artikelen in deze reeks:
Fillip Studios: de creativiteit van samenwerking
Susanne Khalil Yusef: Na veel omzwervingen geland in Arnhem
Harmen Liemburg: ‘In het bos kwam het zwarte gat’
Jesse Laport: ‘We zijn in Arnhem een beetje potsierlijk’
Maria Roosen: ‘Hier gebeurt het: zaaien en oogsten en alles wat daarbij hoort’
Florentijn Hofman: Thuiskomen op de Veluwe
Standplaats Arnhem: het woord is aan de makers


Dit artikel maakt onderdeel uit van een serie artikelen over kunstenaars in Arnhem. Dit artikel wordt mede mogelijk gemaakt dankzij een ondersteuning van Mediafonds Arnhem. Het Mediafonds Arnhem is een onafhankelijk ondersteuningsfonds voor bijzondere journalistieke producties over Arnhem.