(Uit de Arnhemsche Courant van 16 juni 1908)
ARNHEM – Het is ons en zeker ook onzen lezers een waar genoegen dat het ‘Tramvraagstuk’ als verdwenen mag worden beschouwd. De Gemeenteraad heeft in zijn vergadering van gisterenmiddag de behandeling van dit ingrijpende en voor onze stad zo gewichtige ten einde gebracht op een wijze waarmee de gemeente geluk is te wenschen.
Met enkele wijzigingen zijn de toevoegingen der commissie aangenomen. De wijzigingen daarin gebracht zijn dat de lijn Amsterdamscheweg-Ooststraat haar beginpunt zal hebben bij de Lawick van Pabststraat. Lijn III zal een zijlijn krijgen Marktstraat-Eusebiusbuitensingel-Boulevard Heuvelink-Kastanjelaan-Spijkerlaan, waardoor een groot deel van de Boulevardwijk niet van een tram verstoken zal wezen.
Zooals het plan nu is vastgesteld, zal het misschien naar enkeler meening niet voldoen aan wat men zich denkt aan een tram in een gemeente als Arnhem, maar ’t kan niet ontkend worden dat is voldaan aan twee voorwaarden nl. dat er rekening gehouden wordt met eventueele uitbreiding en dat de noodige voorzichtigheid betracht wordt.
In betrekkelijk korten tijd heeft de Gemeenteraad deze quaestie ten einde gebracht. Te ongeveer half vier begonnen de discussies en te kwart over zes was het voorstel van de commissie aangenomen.
Dat het bereikt is, is zeker in de allereerste plaats te danken aan de voortreffelijke leiding van ’s Raads Voorzitter, burgemeester Roëll.