Arnhemse Meisjes: Organisme biedt platform voor jonge dansmakers in de stad

/

Hoe staat het met het creatieve klimaat in Arnhem? Er wordt altijd gekeken naar beleidsmakers en instellingen. In de media wordt er vooral veel gepraat over gebouwen. Maar de kunstenaars komen nooit zelf aan het woord. Dat is eigenlijk gek. Daarom wil Standplaats Arnhem van de creatieve en culturele makers zelf horen hoe ze de stad ervaren. Vandaag: Danscollectief Arnhemse Meisjes.

(Door: Leendert Douma)
(Foto: Sophie Vermeulen)

Geen koekjes maar dansers. Lange tijd waren er voor bewegingskunstenaars die net waren afgestudeerd aan ArtEZ weinig mogelijkheden om te trainen, samen te bewegen of te creëren. Er was nauwelijks podium om werk te laten zien. Vanuit die leegte besloten vijf vrouwen in 2015 om iets te organiseren voor jonge dansers. De Arnhemse Meisjes waren geboren.

Anna Fransen, Aïda Guirro Salinas, Yeli Beurskens, Kim Tuerlings en Inbal Abir hebben heel verschillende achtergronden, maar ze gaan allemaal voor de typische ‘Arnhemse Meisjes-stijl’: niet vanuit een concept, maar vanuit gevoel. Niet perse mooi en netjes dansen, maar wel herkenbaar – ook voor een publiek dat nog niet bekend is met dans.

Het begon allemaal met een gesprek op haar balkon, ergens middenin het Spijkerkwartier, zo vertelt de van oorsprong Israëlische danser Inbal Abir.
“We bleken een gezamenlijke passie en dezelfde behoeften te hebben. We spraken over het gebrek aan mogelijkheden hier, en dat alle jonge dansers vertrokken. Dat is zo jammer, want we houden allemaal heel erg van Arnhem. Toen besloten we met z’n vijven wat te gaan organiseren. Niet alleen voor onszelf, het ging juist om het bouwen van een netwerk en uitwisseling tussen professionele bewegers.”

De vrouwen begonnen workshops te organiseren, waar al snel veel dansers uit Arnhem – maar ook uit andere Europese steden – op afkwamen. En elke drie maanden was er een uitverkochte editie van Dance Flavours Performance Night in Theater aan de Rijn, waarin jonge dansers uit het ‘tussengebied’ (net afgestudeerd of net niet) hun werk konden tonen. Daarnaast werden de Arnhemse Meisjes steeds meer gevraagd voor pop-up voorstellingen in de openbare ruimte – bijvoorbeeld bij de opening van de Jansbeek en van Focus filmtheater.

Tweede huis

Ze kwamen al snel in contact met Eve Hopkins, toen nog directeur van ontwikkelingsinstelling De Nieuwe Oost en Theater aan de Rijn. Zij hielp bij veel productionele zaken en de Arnhemse Meisjes mochten in het theater werken als er ruimte vrij was. Later hielp Linda Kokke hen met de professionalisering van het platform en het oprichten van een stichting.

“Zonder hen waren we niet wie we nu zijn”, zegt Kim Tuerlings. “Theater aan de Rijn voelde voor ons als een tweede huis”, zegt Inbal Abir. Maar de danseressen gingen ook veel naar buiten. “We hadden geen geld, dus we oefenden urenlang in Sonsbeek. We stonden vaak op de Ronde Weide tussen de hondenpoep. Maar ook aan de oevers van de Rijn.” Zo ontstond de basis voor het dansen op buitenlocaties, legt Tuerlings uit. “De wind of de regen voelen. De kou en wat dat doet met je lichaam – dat geeft inspiratie. Weersomstandigheden kunnen cadeautjes zijn of uitdagingen. Op zo’n moment denk je ook weleens: wat sta ik hier te doen?”

Stroomversnelling

In 2020 kwam alles in een stroomversnelling, zo vertellen Inbal Abir en Kim Tuerlings. “We wonnen de Arnhemse Cultuurprijs, vonden via SLAK een eigen dansstudio in Velp én we werden door Gemeente Arnhem meegenomen in hun tweejarige subsidieregeling – die we onlangs voor de tweede keer kregen. Het gaf ons de ruimte om te professionaliseren. In 2020 begon ook Hedwig Sinnema bij ons, als ondersteuning voor de marketing. Zij is uitgegroeid tot onze zakelijk leider. Zo kunnen wij ons meer richten op de creatieve kant.”

Maar in hetzelfde jaar brak ook corona uit, en konden de Arnhemse Meisjes niet meer dansen voor publiek. “Dat hebben we heel erg gemist. Die uitwisseling met mensen is eigenlijk onze kern. Daar krijgen we iedere keer weer nieuwe energie van”, zegt Kim Tuerlings. “We hebben keihard gewerkt om tijdens corona toch door te gaan”, vult Inbal Abir aan. “We zijn gaan crowdfunden en met dat geld hebben we de dansfilm Memories Of The Future gemaakt, met muziek van Wout Kemkens (De Niemanders, Shaking Godspeed, Donnerwetter) en camerawerk van Floris Verweij. Ook dat ging Arnhemse Meisjes-stijl: heel spontaan. We hebben ‘m in vijf dagen opgenomen.” Wat minder in Arnhemsgewijs is dat de film werd geschoten bij de brug in… Nijmegen.

Geen eilandjes

Na corona heeft het collectief in Theater aan de Rijn de Dance Flavours avonden weer opgepakt. “Dat is een beetje de kroon op ons werk”, zegt Inbal Abir. “De komende editie is op 13 februari te zien in Theater aan de Rijn. Vanaf dit jaar gaan we ook op tournee met Dance Flavours. We gaan naar Schiedam, maar ook naar onder andere Nijmegen en Deventer. Zo brengen we wat we hebben gecreëerd naar heel Oost-Nederland.” Kim Tuerlings: “Ik vind het publiek hier veel leuker dan in de Randstad. De mensen zijn opener, meer direct en niet zo blasé.”

Dit jaar staat er een productie met Beeldend Dans Theater Telder, Componist Tessa Zoutendijk en stadsboswachter Willem de Feijter op stapel. Dat gaat over bomen en bewegen, en wordt dus buiten uitgevoerd. Inbal Abir: “Daarnaast willen we opnieuw samenwerken met de Hiphophub en danser Ruben Chi. Samen gaan we de schotten doorbreken tussen hedendaagse dans en hiphop. Niet in eilandjes denken. Dat proberen we ook al jaren te doen met onze workshops. Daar komen niet alleen dansers, maar ook acteurs of mensen uit de wereld van martial arts of contactimprovisatie.” In producties werkt het danscollectief vaak samen met andere Arnhemse vrouwen als kledingontwerpster Mirte Engelhard of muzikante en componiste Rosine Langbroek.

Makers

“Er zij zoveel leuke makers in deze stad!”, roept Inbal Abir. Dat is niet voor niets, denkt Kim Tuerlings. “Arnhem staat open voor nieuwe prikkels, met name in de creatieve sector. Ik zie dat ook terug bij de gemeente, met initiatieven als Schakel025 en Stroomversneller, en bij de provincie: we hebben allemaal gebruik gemaakt van het Talentontwikkelingsprogramma.” Het is ook de creatieve humuslaag waarin Abir en Tuerlings zich erg thuisvoelen. De leuke cafés en de broedplaatsen. Inbal Abir: “De laatste jaren lijkt Arnhem steeds meer makers-gericht te worden.”

Organisme

Naast Arnhemse Meisjes heeft iedereen ook haar eigen freelancewerkzaamheden: dansen bij andere gezelschappen, lesgeven, dansers begeleiden, workshops. Tot nu toe is het vrouwencollectief een vrij constante groep gebleven. Een van de Arnhemse Meisjes van het eerste uur, de Portugese Fernanda Silva, is vertrokken en Kim Tuerlings is er later bijgekomen. (Zij is ook de enige danser die niet aan ArtEZ studeerde, maar aan de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten. Na een paar workshops is ze gevraagd voor een productie van de Arnhemse Meisjes en ze is nooit meer weggegaan.) Maar het danscollectief moet niet afhankelijk zijn van personen, leggen Abir en Tuerlings uit.

“Het is een levend organisme. Vrouwen komen en gaan. Het is onzer wens dat Arnhemse Meisjes ook blijft bestaan als wij er niet meer bij zijn, maar dan wel met mensen die een passie hebben voor Arnhem en voor deze manier van werken.”


Dit is deel 11 uit een reeks van 15 interviews. Begin 2023 worden alle verhalen gepresenteerd in een mooi uitgegeven bundel, een expositie en een evenement in Rozet. De publicatie is alleen via intekening te verkrijgen, het boek kom niet in de boekhandel. Wil je alvast intekenen? Mail dan Arno de Blank: a.blank3@upcmail.nl.

Eerdere artikelen in deze reeks:
Chantal van Lieshout: Verbinding, verdieping en feestjes in Arnhem
Krista Burger: ‘Mag het een beetje minder opgeruimd?’
Mirte Engelhard: ‘Arnhem is rauw maar ook kak, die twee kanten zitten ook in mij’
Mascha Halberstad: ‘Arnhem wordt animatiecentrum van Nederland’
Fillip Studios: de creativiteit van samenwerking
Susanne Khalil Yusef: Na veel omzwervingen geland in Arnhem
Harmen Liemburg: ‘In het bos kwam het zwarte gat’
Jesse Laport: ‘We zijn in Arnhem een beetje potsierlijk’
Maria Roosen: ‘Hier gebeurt het: zaaien en oogsten en alles wat daarbij hoort’
Florentijn Hofman: Thuiskomen op de Veluwe
Standplaats Arnhem: het woord is aan de makers


Dit artikel maakt onderdeel uit van een serie artikelen over kunstenaars in Arnhem. Dit artikel wordt mede mogelijk gemaakt dankzij een ondersteuning van Mediafonds Arnhem. Het Mediafonds Arnhem is een onafhankelijk ondersteuningsfonds voor bijzondere journalistieke producties over Arnhem.